Cultuur & boeken

Goddelijke inspiratie bij de profeten

Titel:

Drs. B. van Oijen
21 April 2004 14:11Gewijzigd op 14 November 2020 01:09

”Wonderlijk Gewoon. Profeten en profetie in het Oude Testament”
Auteur: dr. G. Kwakkel e.a.
Uitgeverij: De Vuurbaak, Barneveld, 2003
ISBN 90 5560 272 8
Pagina’s: 192
Prijs: € 14,95. Het werk van een profeet is wonderlijk, want het komt van God. Profeten zijn ook gewoon, want zij zijn in al hun werk als mens present en staan in een concrete historische situatie met een bepaalde traditie in de rug. Over de verhouding tussen het verkondigen van Gods Woord en het gewone menszijn in de persoon en het werk van de profeten gaat het in het boek ”Wonderlijk gewoon”.

Het boek verscheen als deel 3 in de serie TU-bezinningsreeks, een uitgave van de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen. Het bevat de schriftelijke weergave van een studieproject rond de oudtestamentische profetie, onder leiding van prof. dr. G. Kwakkel. Vijf jaar waren diverse doctoraalstudenten met dit onderwerp bezig. Het geheel werd afgesloten met een symposium. Het boek bevat een tiental hoofdstukken, voorzien van een introductie en een epiloog door dr. Kwakkel.

De oudtestamentische profetie verkeert wetenschappelijk gezien in een tweevoudig probleemveld. Sinds de Verlichting stellen geleerden vragen bij het bovennatuurlijke karakter van de profetie. Het moderne schriftonderzoek doet pogingen het meer dan menselijke in de profetie op natuurlijke wijze te verklaren. Als dat niet lukt, zet men de profetie in de marge van het bijbels getuigenis. Maar ook in het bijbelgetrouw onderzoek zijn er belangrijke vragen te stellen. Zijn er nog onvervulde profetieën voor Israël en de kerk? Wat is de invloed van de persoonlijkheid van de profeet op zijn optreden? Hoe komt de profeet aan zijn profetie? Welke relatie is er tussen de profetie en de tempeldienst? Een aantal van deze vragen krijgt een plaats in ”Wonderlijk gewoon”.

Valse profetie

Een greep uit de inhoud. Dr. Kwakkel bespreekt Mozes’ voorzegging van de profeet (Deut. 18:15). Hij maakt duidelijk dat het gaat om de waarde van de profetie als levensleiding voor Israël. De profetie staat in het verband van de tekst tegenover de waarzeggerij. De nieuwtestamentische aanhalingen van Mozes’ voorzegging wijzen niet rechtstreeks naar Christus, maar wijzen op de waarde van de profetie voor het volk. Luisteren naar de profeten leidt tot de erkenning van Christus.

Rupke schrijft over Elia’s protest tegen het syncretisme (vermenging van godsdiensten). Hij verdedigt de historiciteit van de Horeb-openbaring aan Elia tegenover het moderne onderzoek. De gedachte dat God een rest van het volk zal overlaten, stamt van Elia.

Balk onderstreept aan de hand van de uitleg van Amos 5 dat in de profetie het ”Alzo spreekt de Heere” domineert. De traditie van de profetie en de eigen waarneming van de profeet verlenen daaraan dienst. Hij weerspreekt op deze wijze de moderne these die de profetie algemeen-menselijk wil duiden.

Koster maakt duidelijk dat de profeet een zelfstandige positie inneemt ten opzichte van de tempeldienst. De profeet strijdt voor de zuivering van de offerdienst en wijst met een beroep op Amos op de noodzaak van leven in gerechtigheid en naastenliefde, naast een zuivere cultus. Mijns inziens laat hij de brede bijbelse context in de waardering van de heiligdommen in Bethel en Gilgal te weinig meewegen.

Oldenhuis bespreekt de relatie van profetie en persoonlijke levensweg van de profeet. Hij doet dat aan de hand van Jeremia. De persoonlijke worsteling van de profeet die klem zit tussen zijn Zender en het ongehoorzame volk heeft een wezenlijke plaats binnen de taak van de profeet. Jeremia houdt alleen Gods toezegging over.

Dreschler bespreekt het onderscheid tussen ware en valse profetie. In de boodschap van de valse profeten ontbreken zonde, berouw en oordeel. De dromen waaraan de valse profeten hun profetie ontlenen zijn onbetrouwbaar. Het gaat bij hen om eigen woorden en niet om Gods raad.

Vier andere opstellen gaan over de plaats van de profetische traditie in de profetieën over de volkeren, de profetie tot Kores (Jes. 45), de geheimzinnigheid en symboliek van de profetie van Zacharia 11 en de plaats van de profetie in de Perzische tijd.

Nauwgezet

Dit boek geeft vorm aan het belangrijke streven om de theologische studie aan een universiteit breder te presenteren. Inhoudelijk valt het nauwgezet uitleggen van de aan de orde zijnde schriftgedeelten op. Men laat de tekst uitspreken binnen de context van het Oude Testament en grijpt niet voortijdig naar een nieuwtestamentische ’oplossing’. Juist zo is het mogelijk de echte lijn van het Oude naar het Nieuwe Testament te trekken. Een goed voorbeeld van deze wijze van werken geeft dr. Kwakkel in zijn opstel.

Door het hele boek treft de worsteling om het evenwicht te bewaren tussen het goddelijk spreken door de profeten en het menselijk gewone van de profeten. Het laatste is dienstbaar aan het eerste. Diverse opstellen laten dat duidelijk zien. Het gaat hier om de geaardheid van de goddelijke inspiratie van de Schrift. Het is van het grootste belang om het schriftonderzoek in al zijn breedte dienstbaar te laten zijn aan het goddelijk spreken dat door en in de Schrift tot ons komt. Deze bundel geeft getuigenis van die dienstbaarheid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer