Aanpassing levenslange straf onvermijdelijk
Over de Nederlandse strafmaat wordt aan de borreltafel vaak geschamperd. „Die straffen in ons land? Veel te laag. En wie zich in de gevangenis netjes gedraagt, komt meestal vervroegd vrij.”
Toch staat dít als een paal boven water: levenslang is in Nederland echt levenslang. Zo’n dertig gevangenen hebben op dit moment geen enkel perspectief dat zij ooit zullen worden vrijgelaten. Zoals Willem van E., die in 2002 werd veroordeeld. Werd hij in 1975 al gestraft voor de moord op twee vrouwen, later doodde hij nog eens drie prostituees. Hij zal nooit meer vrij komen. Net zomin als Crevdet Y., die in 1983 zes bezoekers van het Delftse café ‘t Koetsiertje dood schoot.
Het merkwaardige is dat Nederland met dit ”levenslang is ook echt levenslang” inmiddels een uitzondering is geworden in de wereld. Wat ons al diverse malen op kritiek is komen te staan van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). En wat staatssecretaris Dijkhoff (Justitie) er ten langen leste toe gebracht heeft enkele voorzichtige wijzigingsvoorstellen voor ons rechtssysteem te doen, ideeën waarover de Tweede Kamer vanavond debatteert.
Het punt waar het EHRM op tamboert, is helder: mensen levenslang opsluiten, is inhumaan. Wie een verschrikkelijke misdaad beging, mag wel tot levenslang veroordeeld worden, maar moet toch vanaf het begin enig perspectief hebben om ooit, als hij zijn leven betert en een groot deel van zijn straf heeft uitgezeten, weer vrij te komen. Op enig moment móét er een traject van resocialisatie komen, vindt het EHRM.
Over de vraag hoe onmenselijk deze straf is, kan getwist worden. Natuurlijk, het is verschrikkelijk om voor altijd vast te zitten. Maar terecht zeggen veel slachtoffers, zoals de vader van de in 1996 in Amsterdam doodgeschopte Joes Kloppenburg: „Levenslang? Wíj, de nabestaanden, hebben levenslang gekregen.”
Politiek gezien is het ingewikkelde dat juist degenen die vóór het behoud van levenslang zijn, haast wel vóór het voorstel van Dijkhoff moeten zijn. Zeker, in Dijkhoffs plan krijgen tot levenslang veroordeelden na 25 jaar een herbeoordeling van hun straf, uitgevoerd door een speciaal daartoe in het leven geroepen commissie. In principe kan die herbeoordeling tot een vervroegde invrijheidstelling leiden, waarmee, op minimale wijze, aan de eis van het EHRM is voldaan.
Toch zal dit nieuwe systeem in een aantal gevallen beslist niet tot feitelijke vrijlating leiden. Psychisch zieke personen die hun misdaad blijven ontkennen, zullen niet vrij komen.
Maar het punt waar het vooral om draait, is dit. Als Nederland zijn rechtsstelsel ten aanzien van levenslange gevangenisstraffen niet bijstelt, gaat de ontwikkeling voort dat rechters überhaupt geen levenslang meer opleggen, omdat zij van mening zijn dat dit internationaal gezien niet houdbaar is. Dan zullen zij –een trend die nu al zichtbaar is– steeds vaker kiezen voor gevangenisstraffen van bijvoorbeeld dertig jaar. In dat geval zijn we de ‘levenslange’ gevangenisstraf –die een belangrijke symbolische waarde heeft én behoudt, ook als het absolute karakter ervan verdwijnt– helemaal kwijt. En willen we dát dan?