Rudolf Agricola krijgt zijn verdiende aandacht
Rudolf Agricola was een geleerde die een groot stempel zette op de geestelijke ontwikkeling van de 15e eeuw en gezien kan worden als een voorloper van de Reformatie. Een vertaling van de brieven die hij schreef biedt een goede kennismaking met zijn werk.
De in 1443 in het Groningse Baflo geboren Roelof Huusman vertaalde tijdens zijn carrière als classicus zijn naam tot Rodolphus Agricola, een bekende gewoonte van studerenden in zijn tijd. Hij bleef veelal als Rudolf Agricola bekend, met name bij wetenschappers in heel de wereld. Straatnamen in Baflo en de stad Groningen helpen ook nog een handje.
Rudolf was de zoon van de rooms-katholieke geestelijke Hendrik Vries en diens partner Zycka Huusman. Ze woonden in Baflo een tijdlang samen alsof ze echtelieden waren. Daar kwam een eind aan toen vader de benoeming kreeg tot abt van het Catharijneklooster in Selwerd, dat iets noordelijk van de stad Groningen lag. Hij vergat zijn zoon niet en stelde hem financieel in staat een wetenschappelijke opleiding te volgen. Moeder Zycka trouwde in Baflo met de kleermaker Sicko Schroeder, uit welk huwelijk twee zonen en één dochter werden geboren. Rudolf heeft zijn familie nooit vergeten; op zijn studiereizen onderhield hij briefcontact met hen.
Rudolf Agricola was behalve orgelbouwer en componist in de eerste plaats een man van de klassieke talen, en alleen al daarom geldt hij als humanist die zijn gaven dienstbaar maakte aan de herleving van de klassieken en ook aan een betere kennis van de Bijbel. Hij had daarvoor de basisopleiding gekregen aan de Sint-Maartensschool –een Latijnse school– in de stad Groningen en in aansluiting daarop aan de beste universiteiten van Europa gestudeerd, in Erfurt en Leuven, daarna in Pavia en Ferrara. Na een korte periode gediend te hebben als stadssecretaris van Groningen werd hij docent aan de universiteit van Heidelberg, waar hij al in 1485 kwam te overlijden.
Agricola zette als geleerde een groot stempel op de geestelijke ontwikkeling van de 15e eeuw. Hij vroeg aandacht voor de klassieke bronnen van de Europese cultuur. Tot op zekere hoogte kan hij gezien worden als een voorloper van de Reformatie, al bleef hij een trouwe maar kritische zoon van de Rooms-Katholieke Kerk. Op dit punt dringt zich een overeenkomst op met Desiderius Erasmus, die de oudere Rudolf Agricola ontmoette in Deventer en veel waardering voor hem had. Hierover biedt het laatste hoofdstuk in het hier te bespreken boek meer informatie.
Uiteraard deed Agricola zijn werk niet in zijn eentje. Hij schreef tientallen brieven naar mannen die zich in zijn kring goed thuis voelden. Hun mening was hem welkom; ook zijn adviezen aan hen waren waardevol. Uit de vrij lange rij van penvrienden noem ik de broers Dietrich en Johann von Plieningen en de moderne devoten en tevens belangrijke onderwijshervormers Alexander Hegius en Rudolf van Langen. Ook met de befaamde Duitse hebraïst Johannes Reuchlin stond Agricola in contact.
In totaal zijn er 55 brieven bewaard gebleven, maar… de groep lezers was erg klein. Daarin brengt het boek van de classici F. Akkerman (1930) en A. H. van der Laan (1965) verandering: alle Latijnse teksten zijn vertaald in het Nederlands. Ze zijn nu dus breed toegankelijk.
Het boek brengt echter meer dan alleen de vertaalde brieven. Ook worden de zogeheten ”Vitae”, de levensbeschrijvingen over Rudolf Agricola, gepubliceerd. Die zijn van de hand van vijf classici uit de 15e en de 16e eeuw. Twee teksten zijn van niemand minder dan Philippus Melanchthon. De vertalers hebben zowel bij de brieven als bij de ”Vitae” gezorgd voor heldere toelichtingen.
Ik denk dat deze publicatie een goede stimulans gaat vormen voor de nadere kennismaking met Agricola. Overigens had ik graag gezien dat er een register van personen (en plaatsen) was opgenomen. Het boek is keurig uitgegeven in een harde, paarse band met een groene stofomslag. Een opvallende verschijning.
Boekgegevens
”Rudolf Agricola. Brieven, Levens en Lof. Van Petrarca tot Erasmus”, Fokke Akkerman en Adrie van der Laan; uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 2842 677 1; 354 blz.; € 49,99.