Nieuw groeihormoon nergens aangetroffen
Bij het grootschalige onderzoek naar een onbekend middel in de urine van runderen, waarbij in maart 2500 rundveebedrijven zijn bezocht, is geen nieuw groeihormoon gevonden. De onbekende stof is waarschijnlijk afkomstig uit het voer dat het vee krijgt.
Dat schrijft minister Veerman van Landbouw in een brief aan de Tweede Kamer.
Eind vorig jaar ontstond op het ministerie van Landbouw het vermoeden dat de Nederlandse rundveehouderij een nieuw groeihormoon gebruikte. De Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie bezocht dit jaar daarom 2500 bedrijven in het hele land. Het Wageningse voedsellaboratorium Rikilt heeft gekeken of de urinemonsters van de dieren een groeihormoon bevatten.
Het onderzoek heeft geen grootschalig gebruik van groeibevorderende stoffen aangetoond, schrijft Veerman. Het Rikilt is tot de conclusie gekomen dat de onbekende stof geen hormonale werking heeft, maar dat het mogelijk gaat om een stof in het voer. De oorsprong van deze stof wordt door Rikilt verder onderzocht.
De uitkomst van het onderzoek is voor minister Veerman geen reden om terug te komen op zijn besluit om de jacht op illegale hormonen te verhevigen. „Ik blijf alert”, aldus Veerman. Hij wil voortaan meer dan voorheen gaan letten op het circuit waarin groeibevorderaars worden geproduceerd en verhandeld en de veehouderij vaker met onverwachte bezoekjes van de AID vereren.
Problemen waar onderzoekers bij zoektochten naar onbekende stoffen op stuiten, moeten volgens Veerman zo snel mogelijk worden opgelost. Omdat het bestaan van een nieuw groeihormoon ingewikkeld is en moeilijk is aan te tonen, leiden de huidige Europese regels ertoe dat de overheid vaak pas kan optreden „als de speld in de hooiberg is gevonden is.” De minister heeft de Europese Commissie inmiddels aangeboden mee te denken over een oplossing hiervoor.