Boerkini, boerka en froemka: ze mogen allemaal op Israëlische stranden
RD-correspondent Alfred Muller levert wekelijks vanuit Jeruzalem commentaar op gebeurtenissen in Israël. Vandaag: Debat over boerkini onthult de grenzen van de Europese tolerantie.
Zaken waarover Europeanen zich enorm kunnen opwinden, laten Israëliërs koud. Dat geldt bijvoorbeeld voor de boerkini. Waar maken de mensen zich zo druk over? denkt men in Israël. Laat iedereen toch naar het strand gaan zoals hij of zij dat wil.
Zeker vijftien gemeenten in Frankrijk hebben moslima’s verboden in een boerkini naar het strand te gaan. Premier Manual Valls heeft gezegd dat de boerkini „niet past bij de waarden van Frankrijk en de Republiek.”
Ik wil niet beweren dat de Israëlische behandeling van moslims voorbeeldig is. Er moet veel gebeuren om de achterstelling van de Arabische minderheid weg te werken. Maar wat tolerantie van kleding betreft doet Israël het niet slecht. Ongeveer 17 procent van de bevolking is moslim. Dat percentage is drie keer zo hoog als in Europa. Maar van een islamfobie zoals die in Frankrijk om zich heengrijpt, is hier niets te zien. Elke moslim (en elke Jood en christen) mag zich overal kleden zoals hij of zij wil. Moslims mogen moskeeën bouwen, Israël kent door de staat erkende shariarechtbanken voor familiezaken en door de staat gesubsidieerde islamitische scholen.
Israëlische commentatoren hebben geen goed woord over voor de Franse intolerantie. Allison Kaplan Sommer waarschuwde in de Israëlische krant Haaretz dat Frankrijk met zijn regels „terreur aanmoedigt.” Wat is voor extremisten een betere aanleiding om de boodschap te verkondigen dat Europese regeringen genadeloze vijanden van de islam zijn, dan dit kleidingverbod? En de stelling dat elke oprechte moslim zulke regeringen zou moeten bestrijden, krijgt hiermee ook meer overtuigingskracht, vindt Sommer. De Jerusalem Post wees erop dat Europese landen zich beter bezig kunnen houden met wezenlijke zaken, zoals het verbeteren van de opleidingen voor vrouwen en het beschermen van hun rechten.
Nu we het toch over kleding hebben: orthodoxe Joden zijn doorgaans keurig gekleed, al lijkt hun kleding mij in de zomer nogal aan de warme kant. Dat geldt zeker voor de Joodse vrouwen in een froemka. Froemka is een samenstelling van de woorden vroom en boerka. Het lijkt als twee druppels water op de boerka en wordt gedragen door de superreligieuzen.
Arabieren, en zeker de moslims onder hen, kleden zich doorgaans ook netjes. Onder seculiere Israëliërs is dat anders, al weten ze zich aan te passen zodra ze zich onder andere bevolkingsgroepen begeven.
Degenen die in Jeruzalem echt uit de toon vallen zijn de westerse toeristen. Als het warmer wordt dan 25 graden, ontdoen zij zich van zo veel mogelijk kleding. Een politieagent vertelde me eens dat de meeste problemen met vrouwelijke toeristen ontstaan als zij schaars gekleed de moslimwijken inwandelen. En hoeveel toeristen zijn niet teleurgesteld als zij een heilige plaats niet mogen bekijken omdat hun armen en benen onvoldoende zijn bedekt? Maar een heilige plaats is nu eenmaal geen strand.