De les van de elektrische auto: koppel belasting aan innovatie
De belastingvoordelen voor elektrische auto’s zijn geen weggegooid geld, reageert dr. ir. Marc Dijk. Een belangrijke les is wel dat belastingpolitiek gekoppeld moet worden aan innovatie.
Het hoofdredactioneel commentaar in RD 10-8 gaat in op de opmerking van staatssecretaris Wiebes van Financiën over de belastingvoordelen voor elektrische auto’s: „We hebben er 6 miljard euro in gestopt en er nul klimaateffect voor teruggekregen.” De opmerking van Wiebes is echter om een aantal redenen grotendeels onjuist.
Onder andere TNO berekende dat in de periode waar de opmerking van Wiebes op slaat, de CO2-uitstoot door het Nederlandse beleid met 10 procent is gedaald. Geen nuleffect dus.
Wiebes’ redenatie rommelt het Nederlandse en Europese perspectief door elkaar. Dat leidt tot een redenering waarin per definitie alleen EU-beleid zin heeft en nationaal beleid geldverspilling is.
Het Nederlandse autobelastingbeleid van de afgelopen jaren staat in het kader van een langetermijnproces van fossiele brandstoffen richting duurzame energie. Zo’n proces (dat altijd investeringen vraagt in de eerste fase) evalueren aan de hand van een CO2-reductie per euro in de eerste jaren is onredelijk. Deze kosten moeten over decennia afgeschreven worden en vormen tevens een investering in een nieuwe sector.
Wiebes heeft wel gelijk dat er dingen misgegaan zijn. Dat de plug-in hybride auto’s jarenlang dezelfde subsidie kregen als de volledig elektrische auto’s is een dure vergissing geweest – die landen als Noorwegen en Denemarken niet gemaakt hebben. Maar deze keuze heeft hooguit geleid tot een extra uitgave van 1 miljard. Bovendien is een positief effect dat de laadinfrastructuur in Nederland buitengewoon goed ontwikkeld is en elektrisch rijden veel bekendheid geniet. Toch is het goed dat deze fout nu hersteld is en er alleen subsidie is voor volledig elektrisch rijden.
Gelukkig is de situatie dus niet zo somber als Wiebes voorspiegelt en het commentaar op basis daarvan aanneemt. Wellicht dat Wiebes’ opmerking gezien moet worden als verkiezingsretoriek voor de lezers van Autoweek?
Goede afstemming
Om in de toekomst dure vergissingen te voorkomen is het essentieel dat de ambtenaren van Wiebes nauwer gaan samenwerken met hun collega’s van Economische Zaken. Een overgang naar duurzame energie kan economisch gezien winst opleveren, maar dan moeten het innovatiebeleid en het belastingstelsel wel haarfijn op elkaar zijn afgestemd.
Het innovatiebeleid moet innovatieve, groene sectoren stimuleren, zoals nieuwe technologie voor energiebesparing en isolatie, elektrisch rijden et cetera. Nederlandse bedrijven kunnen hun nieuwe producten wereldwijd verkopen als de komende decennia energie- en grondstoffenprijzen gaan stijgen en de CO2-uitstoot (volgens de Parijse afspraken) overal moet gaan dalen.
Dit innovatiebeleid zal echter alleen succesvol zijn als tegelijk de belasting op energie- en CO2-intensieve producten in Nederland (sterk) toeneemt. Anders zijn de nieuwe technieken voor de Nederlandse markt op korte termijn niet zo interessant, en zal de groene innovatie andere landen gaan opzoeken.
Het op elkaar afstemmen van het innovatie- en het belastingbeleid vraagt een sterke samenwerking tussen de verschillende ministeries. De ervaring rond elektrisch rijden laat zien dat dit beter moet. Vooral de ambtenaren van Wiebes schitterden door afwezigheid in het interdepartementale team rond elektrisch rijden. Ze waren te weinig bezig met innovatiebeleid, waardoor de plug-in hybride te veel geld gekost heeft.
Het leerpunt is dat belasting niet enkel geld ophalen is, maar ook een belangrijke drijfveer achter innovatie. Daarom moeten het belasting- en het innovatiebeleid heel goed op elkaar afgestemd worden.
De auteur is onderzoeker en docent aan de Universiteit Maastricht.