Het Rode Kruis bestempelt de persoonlijke gevolgen van het natuurgeweld als beperkt, maar de schade aan de boeddhistische tempels en pagodes is volgens de autoriteiten groot. Die behoren tot de voornaamste bezienswaardigheden van het Aziatische land. Politiemensen en militairen moeten de beschadigde gebouwen beschermen en indien mogelijk herstellen.

De getroffen gebouwen staan voornamelijk in de buurt van Bagan, ook wel Pagan genoemd, dichtbij het epicentrum van de aardschok. Ooit was dat de hoofdstad van een gelijknamig koninkrijk. Sinds de negende eeuw zijn er vele duizenden religieuze gebouwen neergezet. Hoewel Bagan vaker door aardbevingen is getroffen, zijn daarvan tussen de 2000 en 3000 tempels en pagodes overgebleven. De tempels in Bagan worden vaak vergeleken met die in het Cambodjaanse Angkor Wat en de Borobudur in Indonesië.