Binnenland

Burgerjongen Lodewijk Valk beëdigd als advocaat-generaal bij Hoge Raad

„Zo waarlijk helpe mij God almachtig.” Met het afleggen van de eed aanvaardde de tot de gereformeerde gezindte behorende mr. W. L. Valk woensdag zijn benoeming bij ’s lands hoogste rechtscollege, de Hoge Raad. Profiel van een topjurist.

Jakko Gunst

24 August 2016 16:05Gewijzigd op 16 November 2020 05:56
Lodewijk Valk (l.) en koning Willem-Alexander na de beëidiging op Paleis Noordeinde. beeld ANP Pool Royal Images, Frank van Beek
Lodewijk Valk (l.) en koning Willem-Alexander na de beëidiging op Paleis Noordeinde. beeld ANP Pool Royal Images, Frank van Beek

Een paar weken geleden belandde mr. Willem Lodewijk Valk zomaar in de krant. In een chemiebedrijf om de hoek was brand uitgebroken en vanwege de rookontwikkeling verliet het gezin tijdelijk het huis. Even verderop werd het middageten genuttigd. Een fotograaf legde alles vast: vader, moeder en kinderen zittend in het gras; uitgeschopte crocs en sandalen, én de hond.

Valk, sinds 1997 werkzaam bij de rechterlijke macht, mijdt als het even kan de publiciteit. Zijn indiensttreding als advocaat-generaal bij de Hoge Raad kon echter niet onopgemerkt blijven. Het ministerie van Veiligheid en Justitie maakt elke aanstelling bij het hoogste rechtscollege openbaar. Valk behoort tot de thuislezende, niet bij een kerkverband aangesloten volgelingen van ds. J. P. Paauwe (1872-1956). Hij is na zijn benoeming een van de weinige juristen uit de gereformeerde gezindte in de top van de magistratuur.

Valks eerste standplaats was de rechtbank Haarlem, maar in 1999 belandde hij als rechter in de regio Arnhem. De reden: zijn vrouw is boerendochter en wonen in een buitengebied had de voorkeur van het paar, zo onthulde hij ooit op de site van de Raad voor de Rechtspraak, rechtspraak.nl. In het gerechtshof in Arnhem werd hij toegevoegd aan de landelijke pachtkamer, de op een na hoogste instantie in zaken tussen pachters en verpachters. „Dat ik daar lid van werd, vonden mijn schoonouders wel erg mooi”, aldus Valk op rechtspraak.nl.

Valks benoeming bij de Hoge Raad verbaast mr. Peter Veling niet. Van 1997 tot 2012 was hij in Arnhem invalrechter bij de pachtkamer. „Valk heeft indruk op mij gemaakt, ook nadat hij tot voorzitter van de pachtkamer was benoemd”, vertelt de rechter in ruste, die in de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Rotterdam-Centrum ambtsdrager is.

Indruk waarmee? Veling: „Met de subtiele manier waarop hij tot zijn vonnissen kwam. Regels ondanks hun schijnbare dwingendheid zo toepassen dat de beginselen van redelijkheid en billijkheid toch het volle pond kregen; daar was Valk een meester in.”

Voorlopig oordeel

Mr. Sjoerd Commijs, advocaat bij het kantoor Stein Advocaten in Zwolle, roemt vooral Valks opstelling jegens procespartijen. „Hij zal geen vonnis spreken voordat hij het naadje van de kous weet. In jaarlijks overleg met de specialistenvereniging van Agrarisch Recht Advocaten, waarvan ik voorzitter ben, kijkt hij steeds hoe hij juridische procedures ten dienste kan stellen van de rechtzoekenden. Zo is in Arnhem onder zijn leiding de gewoonte ontstaan om partijen die daaraan behoefte hebben aan het einde van de zitting alvast een voorlopig oordeel mee te geven. Als je een tijdrovende procedure wilt besparen, bijvoorbeeld over de vraag of een onderneming volgens de definitie van de pachtwet nu wel of geen bedrijf is, kan dat handig zijn.”

Valk werd op 19 augustus 1964 geboren in Den Haag en is de jongste van vier kinderen. Op rechtspraak.nl noemt hij zich een burgerjongen uit een vrij eenvoudig milieu. Zijn vader begon na de mulo als jongste bediende bij een handelsonderneming. Later werkte hij zich op tot belastingadviseur. Voorafgaand aan zijn rechtenstudie in Leiden doorliep Valk het Christelijk Lyceum Delft op de dependance in Rijswijk. Als kind zat hij daar ook op een protestants-christelijke basisschool.

Valks echtgenote pakte na de verhuizing uit de Randstad het boerenbestaan weer op als hobby, vertelt de jurist op rechtspraak.nl. Ze fokt zwartblesschapen en het gezin is lid van het Nederlands Zwartbles Schapenstamboek (NZS); een vereniging van (hobby)fokkers met een eigen ledenblad dat De Zwartbles heet.

De aardigste namen verzinnen voor de nieuwe lammetjes is voor het gezin elk voorjaar een sport, schreef het paar in 2005 in De Zwartbles. Daarbij geldt één afspraak; namen die al te menselijk klinken, mogen niet. Een Jan of een Henk brengt de familie niet graag naar de slacht. Wel toegestaan zijn Walewein, Quintina of Melodiatina. Verder kende de kudde van de familie ooit een Tacitus, een Zenobius en een Samsimax. Het hobbybedrijf heeft een eigen internetsite, gebouwd door zoon Johan. Hij is een van de acht kinderen van het echtpaar Valk, dat ook een kleinkind heeft.

Nevenfuncties

In het register van nevenfuncties van rechters staat Valk onder meer te boek als lid van de commissie van beroep van het Nederlands Zwartbles Schapenstamboek. Van de Vereniging voor Burgerlijk Recht en van die voor Agrarisch Recht is hij bestuurslid. Ook is hij redacteur van het Tijdschrift voor Agrarisch Recht.

„Veel juristen kennen zijn naam omdat hij meeschrijft aan de blauwe bijbel”, zegt Veling. Hij doelt op de serie Tekst & Commentaar; dertig delen, gegroepeerd naar rechtsgebied. Ze vormen als het ware de kanttekeningen bij het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht en de overige wetboeken. Een van de ‘kanttekenaren’ is Valk.

Eén andere nevenactiviteit ligt op theologisch terrein. Sinds 2002 is Valk secretaris van de stichting die zorgt voor het uitgeven van de bewaard gebleven preken(bundels) en catechisatielessen van ds. Paauwe. Van de catechisaties verschenen deze zomer de delen 4, 5 en 6. Het zijn 54 lessen over het eerste van de Tien Geboden: Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. „De catechisaties van ds. Paauwe zijn rijke uiteenzettingen van de grondwaarheden van het christelijk geloof”, aldus de site van de stichting, ds-paauwe.nl.

Nieuw pachtstelsel

Twee jaar geleden probeerde Valk samen met twee andere deskundigen om pachters en verpachters op één lijn te krijgen over de contouren van een nieuw pachtstelsel, vooruitlopend op nieuwe pachtwetgeving vanuit Den Haag. In juli 2014 meldde hij de tussenstand van dit initiatief, het zogeheten Spelderholtoverleg, aan toenmalig staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken. Een eindakkoord waarin alle betrokken belangenorganisaties zich konden vinden, was er nog niet. Over de systematiek en de inhoud van het nieuwe pachtrecht was wel overeenstemming, stond er in de brief.

Pachters en verpachters zouden het waarderen als Dijksma de initiatiefnemers, waaronder dus Valk zelf, ook zou betrekken bij de uitwerking in het wetgevingstraject, zo meldde Valk verder. Die zinsnede wekte het ongenoegen van rentmeester J. J. Woltersom. „Valk houdt zich hier bezig met politiek, belangenbehartiging en lobbyen”, foeterde hij in het Tijdschrift voor Agrarisch Recht over Valks bemoeienissen met het nieuwe pachtstelsel. „Alles wat een rechter niet zou moeten doen.”

Afgemeten en stijlvol diende Valk de rentmeester van repliek. „Ik meende dat ik moest beproeven om de belangenorganisaties bij elkaar te brengen, niet met het oog op een partijbelang, maar met het oog op het belang van de toekomst van de pachtpraktijk”, verduidelijkte hij in een naschrift. Ook onderstreepte hij al aan het begin van het Spelderholtoverleg te hebben verklaard dat hij zou terugtreden als pachtrechter vóór een eventuele nieuwe pachtwet van kracht zou zijn.

Industrieterrein

Prof. mr. Willem Bruil, redactiesecretaris van het Tijdschrift voor Agrarisch Recht, noemt Woltersoms kritiek overdreven. „Valk maakte zich beslist niet schuldig aan belangenverstrengeling.” Vast agendapunt van de redactievergaderingen is het becommentariëren van recente vonnissen, aldus Bruil. Hij maakt geregeld mee dat er een uitspraak van Valk wordt besproken waar de rechter zelf bij zit. „Formeel hoort hij zich dan van de discussie te onthouden. Dat doet hij ook, maar je kunt zien dat het hem soms moeite kost. Ik bemoei me er niet mee, maar als ik jullie was, zou ik wel daar en daar op letten, zegt hij dan.”

Twee partijen, de Bond van Landpachters en Eigen Grondgebruikers en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontact, distantieerden zich op de valreep van het finale onderhandelingsresultaat over de nieuwe pachtwet. Dat moet voor Valk onwerkelijk zijn geweest, vermoedt Commijs. „Als rechter doet hij een laatste, bindende uitspraak. Die macht had hij bij zo’n onderhandeling niet.”

Veling betwijfelt of Valk veel hartzeer aan de breuk heeft overgehouden. „Hij kan als geen ander relativeren. Ooit dreigde hij zijn huis te moeten verlaten, omdat de gemeente waar hij woont het wilde slopen voor de aanleg van een industrieterrein. Ik zei: Joh, wat akelig. Ach Peter, reageerde hij toen, wij hebben hier geen blijvende plaats.” Veling zegt aan zijn vroegere collega de beste herinneringen te bewaren. „Binnen de rechterlijke macht hebben we elkaar herkend als broeders in Christus. Ik heb dat nooit zo tegen hem uitgesproken, maar zo voel ik het wel.”

Raadsheren van de Hoge Raad hebben als taak te beoordelen of hogerberoepsrechters de wet juist toepassen. Voorafgaand aan hun oordeel brengen advocaten-generaal zoals Valk in het openbaar advies uit. Op die manier dragen ze mede bij aan de rechtsontwikkeling. „Valk kan dat als geen ander”, zegt Commijs. „In zijn nieuwe functie kan hij al zijn belezenheid kwijt.” Bruil: „Maar voor de pachtkamer zal het moeilijk zijn iemand te vinden die even bedreven is als hij in het bij elkaar brengen van partijen. Eigenlijk is hij te goed voor de Hoge Raad.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer