Premier May deed er verstandig aan niet met een breekijzer naar Brussel te gaan
Twee maanden na het referendum over het vertrek uit de EU is de rust in het Verenigd Koninkrijk redelijk teruggekeerd. Maandag schreef de Financial Times zelfs dat de verwachte dip in uitgaven was uitgebleven. Alleen schijnen er aarzelingen te zijn bij grote investeringen.
Al deze dingen kunnen natuurlijk niet geheel op de rekening van de nieuwe premier May worden geschreven. Maar tegelijk kun je ze er niet los van zien. Als May direct na het referendum met een breekijzer naar Brussel was gegaan –zogenaamd in opdracht van de kiezer– had ze grote brokken gemaakt. Ze heeft zich blijkbaar voorgenomen zo veel mogelijk consensus te zoeken, en het hoofd koel te houden.
Dat geeft aan dat de keus voor Theresa May als boegbeeld van Groot-Brittannië een goede is geweest. Er zijn te veel voorbeelden van politici die struikelen over hun overmoed. De echte blijvers op topposities zijn vaak de mensen die aanvankelijk als fantasieloze mensen werden weggezet. De Duitse bondskanselier Merkel is daar momenteel wel het schoolvoorbeeld van.
Premier May is na haar aantreden veel vergeleken met haar Conservatieve voorgangster Thatcher, die in Europa geschiedenis maakte door met haar handtasje te zwaaien. Uit wat we nu weten gaat die vergelijking tussen May en Thatcher echter niet op.
Het lijkt erop dat May op zijn minst de sympathie heeft van haar ambtgenoten in de EU. Vlak na het referendum op 23 juni klonk vanuit diverse hoofdsteden dat artikel 50 van het Verdrag van Lissabon zo snel mogelijk in werking moest treden. Dat artikel is de ‘schakelaar’ waarmee de onderhandelingen over het vertrek beginnen. De regering van de vertrekkende lidstaat moet die ‘knop’ indrukken.
Door haar optreden heeft May er begrip voor gekweekt dat dit niet eerder dan volgend jaar gebeurt, en volgens de laatste berichten zelfs pas eind 2017. Veel andere regeringsleiders zouden niet op zo veel begrip hebben kunnen rekenen. Want het Verenigd Koninkrijk wordt toch vrij algemeen gezien als het stoute jongetje in de klas voor wie elk begrip ongepast is.
De situatie waarin Groot-Brittannië verkeert, vereist bijzondere voorzichtigheid. De Europese integratie is inmiddels zo ver voortgeschreden dat heel veel Britse wetten verwijzen naar EU-regels. Dat zal allemaal moeten worden herzien.
Een van die verwijzingen kan nog weleens een staartje krijgen. De zogeheten Scotland Act, die de verhouding tussen de Britse regering en Schotland regelt, stelt dat het Schotse parlement alleen wetgeving mag maken die in overeenstemming is met EU-regels. Op grond daarvan zegt de Schotse regering (lees: de Schotse Nationale Partij) dat Schotland dus wettelijk gebonden is bij de Europese Unie te blijven. Een brexit zou immers een breuk met EU-wetgeving betekenen. Niet voor niets is de Schotse regering bezig te verkennen hoe het zelfstandig EU-lid kan blijven.
Voor premier May is het dus vooral op eieren lopen. Maar het gemak waarmee ze dat de afgelopen maanden heeft gedaan, wekt alle vertrouwen voor de komende jaren.