Column: Knikken, opstaan, buigen of barsten, het kan allemaal
Veel dingen gaan vanzelf. Boodschappen doen, mensen begroeten, het gras maaien. Je hoeft er niet over na te denken. En dat is maar goed ook. Je gaat je bij die alledaagse dingen niet afvragen of ze juridische betekenis hebben. Laat staan dat je nadenkt over mensenrechten.
Dat zou wat zijn. Iedere keer als je bij de bakker een brood koopt denk je juridisch na. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Fijn, één gesneden bruinbrood alstublieft. Ik denk dat het dan snel gedaan is met rustig boodschappen doen.
Nog zo’n alledaags ding is het handen schudden. Op verjaardagen, feestjes, begrafenissen en zakelijke afspraken. We schudden wat af met elkaar. Dat is ook goed. Een teken van betrokkenheid en beleefdheid. In ons land een gebruikelijke vorm van begroeten.
Toch kun je van zoiets gewoons een juridische discussie maken. Achter de hand zit een heel juridisch verhaal.
Onlangs was er wat drukte in politiek Den Haag over handen schudden. Reden daarvoor was een oordeel van het College voor de Rechten van de Mens. Dat oordeelde dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) een vrouw discrimineerde op grond van godsdienst door haar niet aan te nemen. Waarom? De vrouw van islamitische afkomst wil mannen geen hand geven. En dat was niet in lijn met de sociale omgangsvormen en uitstraling van het COA.
Uw eerste reactie is misschien dat het COA volstrekt gelijk heeft. Zo denkt een meerderheid van de Tweede Kamer ook. Toch oordeelt het college anders. In zijn uitspraak stelt het college eerst vast dat het niet geven van een hand aan iemand van het andere geslacht een uiting kan zijn van je geloof. En bij de werving van nieuwe werknemers mag je geen onderscheid maken op grond van godsdienst.
In deze zaak gaat het om indirect onderscheid op grond van godsdienst. Dat is een wat lastige juridische term, maar het komt hier op neer. Als je van je personeel eist om andere mensen een hand te geven, heeft dat geen directe link met geloof. Alleen mensen zoals de mevrouw in kwestie worden door zo’n eis in vergelijking met veel anderen wel geraakt.
Vervolgens moest het college oordelen of er een objectieve rechtvaardiging is voor de eis die het COA stelde. Als je de uitspraak leest, lijkt het lang de goede kant op te gaan. Zo benadrukt het college het belang van een overheidsorgaan om neutraliteit uit te stralen. Allemaal helder. Maar het gaat mis voor het COA op het punt van consequent zijn. Het COA gaat niet consequent om met de eis dat zijn personeel neutraliteit uitstraalt. Nu maakt het een probleem van het handen schudden. Terwijl het prima is toegestaan om een lange hoofddoek en een lange jurk te dragen. Zo neutraal is dat niet. De belangenafweging viel daarom uit in het voordeel van de vrouw.
Op zich is dit niet nieuw, een oordeel over handen schudden. Al eerder bogen rechters zich over dit onderwerp. Zo oordeelde het gerechtshof in Den Haag in 2012 dat de gemeente Rotterdam een islamitische man mocht weigeren die vrouwen geen hand wilde geven. Handen schudden is in Nederland een algemeen geaccepteerde begroetingsvorm. Juist in onze multiculturele samenleving is het belangrijk dat er één gemeenschappelijke omgangsvorm is bij het omgaan met klanten.
Veelkleurige samenleving
Wat moeten we hier nu mee? De politieke meerderheid volgen, die de uitspraak van het College wil negeren? Helder is dat je altijd naar de feiten van elke situatie moet kijken. Dan lijkt het een beetje eigen schuld dikke bult te zijn voor het COA.
Allereerst is duidelijk dat de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging een breed bereik heeft. Als je geen handen wilt schudden met mensen van het andere geslacht, kan dat beschermd worden door die vrijheid. Rechters zien dat als een uiting van godsdienst.
Verder moet ieder beseffen dat Nederland nu eenmaal veel soorten geloven en overtuigingen kent. En dat daar soms gebruiken bij horen die wij totaal niet gewend zijn of zelfs beledigend vinden. Dank aan de veelzijdige en veelkleurige samenleving, zullen we maar zeggen. Niet onbelangrijk is om te weten hoe de feiten zijn. Dan kun je je daarna een mening vormen. Tot slot moet je beleid consequent toepassen. Anders lijkt het bij voorbaat al verloren.
Handen schudden blijft algemeen geaccepteerd. Daarom lekker handen blijven schudden. Geloof je toch in andere begroetingsvormen? Knikken, opstaan, buigen of barsten, het kan allemaal. Schrik dan niet. Het is Nederland. Met dank aan onze vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.
Mr. Bart Bouter is advocaat bij Bouter Advocatuur in Barneveld.