Kerk-zijn in een sterk veranderende samenleving
Hoe kan de christelijke kerk haar positie bepalen in een samenleving die grote veranderingen doormaakt in sociale structuren en religieuze opvattingen? Onder andere deze vraag kwam gisteren aan de orde tijdens de CFS2016-conferentie in Leuven.
In de Belgische stad heeft tot en met morgen de vijfdaagse conferentie ”Christianity and the Future of our Societies” plaats, georganiseerd door de Stichting voor Christelijke Filosofie en de Evangelische Theologische Faculteit (ETF).
Na een gemeenschappelijke ochtendwijding met gebed, Bijbellezing en gezang, werd de hoofdlezing gisteren verzorgd door prof. dr. Veli-Matti Kärkkäinen uit Finland. Thema was ”Kerk en Samenleving”. Hij ging in op een aantal belangrijke vragen. Hoe kan de christelijke kerk haar positie bepalen in een samenleving die grote veranderingen doormaakt in sociale structuren en religieuze opvattingen? Wat moeten de identiteit en de rol van de kerk zijn in een postmoderne wereld waarin zowel secularisme (het verdringen van religie uit het publieke domein) als pluralisme (het onderkennen van een veelheid van naast elkaar staande levensovertuigingen) hun invloed uitoefenen? Wat is de aard van haar toewijding aan de waarheid van Gods getuigenis?
In een grondige analyse liet de hoogleraar systematische theologie, verbonden aan Fuller Theological Seminary in Pasadena, California, zien dat we leven in een diepreligieuze wereld, waarin grote veranderingen plaatsvinden. Er is sprake van globalisatie van de kerk, met groei in Afrika en China. Traditionele protestanten zijn een minderheid: het merendeel van de christenheid is rooms-katholiek of charismatisch. Diaspora- en migrantenkerken dienen zich aan onder invloed van toenemende mobilisatie en migratie. Het is opvallend dat zowel theologisch conservatisme als theologisch liberalisme groeien, aldus de hoogleraar. In deze dynamiek moet de kerk haar identiteit en geloof steeds opnieuw uitspreken.
Bij de bespreking van de secularisatie ging prof. Kärkkäinen in op invloedrijke filosofen als Charles Taylor en Jurgen Habermas. Taylor onderscheidt drie vormen van secularisatie: de terugtrekking van religie uit het publieke domein, de afname van de inhoud en praktijk van religie, en de verandering in de voorwaarden van geloof, namelijk dat geloven in God optioneel wordt; het wordt een individuele keuze.
Habermas en anderen spreken over secularisatie mét religie, waarbij de seculiere mens toch een gedachte van een ultieme macht blijft houden. Hier is sprake van seculiere transcendentie, gericht op zelfhandhaving; in wezen een egoïstische, individualistische wereldbeschouwing.
In het verleden heeft de kerk gepoogd om een antwoord op secularisatie te vinden, in liberale of vrijzinnige theologische constructies, of in misbruik van christelijke motieven voor politieke doeleinden. En nog steeds zijn er theologen die zich bezighouden met vergaande aanpassing van het christelijk geloof aan het postmoderne denken, aldus Kärkkäinen.
Vervolgens ging de Finse hoogleraar in op de uitdagingen van kerk-transformatie, secularisatie en pluralisme. In zijn opvatting moet christelijke identiteit geformuleerd worden zonder verwijzing naar vroegere opvattingen van christelijke machtsuitoefening. Ze dient wezenlijke waarden van echte tolerantie, openheid naar anderen en gastvrijheid voor vreemden op een juiste manier toe te passen. Als uitgangspunten kiest hij het monotheïstische Godsbesef en de proclamatie van de absolute waarheid: de enige waarachtige God is God van alle mensen. „Deze geloofsbelijdenis moet worden beleden in overeenstemming met Gods liefde. Ze moet worden geproclameerd als het Evangelie. Ze moet in respectvolle en integere interactie met mensen van andere opvattingen worden gedeeld. De kerk belijdt de Waarheid, toont betrokkenheid en beoefent tolerantie.”