„Top Nederlandse bedrijfsleven is niet onervaren”
De top van het Nederlandse bedrijfsleven is relatief oud en onervaren, concludeerde de Britse zakenkrant Financial Times deze week na onderzoek. Maar Nederlandse deskundigen delen deze bevindingen niet.
Met een gemiddelde leeftijd van bijna zestig jaar en door de bank genomen 4,5 jaar bestuurlijke ervaring zouden de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen onvoldoende kwaliteit aan de top hebben. Accountantsbureau KPMG en de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD) herkennen dit beeld niet. „Een veel te gekleurde conclusie, te kort door de bocht en onvolledig”, aldus de NCD. „Er is geen enkele aanleiding om te stellen dat onze topbestuurders té oud en onervaren zijn.”
Tom van der Heijden, partner van KPMG in Nederland, stelt dat de beschikbaarheid van talentvolle bestuurders van essentieel belang is voor het langetermijnsucces van een onderneming.
De gemiddelde bestuurlijke ervaring in beursgenoteerde ondernemingen is echt maar 4,5 jaar?
Van der Heijden: „Uit ons onderzoek ”Building a great board”, gebaseerd op het KPMG Global Pulse-onderzoek onder 2300 bestuurders in 46 landen, blijkt dat bestuurders juist lang op hun post zitten. Je moet ook niet vergeten dat de meeste bestuurders voortkomen uit de eigen organisatie, waar zij vaak al zo’n twintig jaar werkzaam zijn. Zij kennen de organisatie en de sector dus goed.”
Mocht die 4,5 jaar toch waar zijn, is dat dan te weinig voor het goed besturen van een onderneming?
„Men denkt bij de samenstelling van de raad van bestuur steeds minder in leeftijd en meer in competenties. Het gaat erom dat in het bestuur de juiste mix van competenties aanwezig zijn. Het is een belangrijke taak van de raad van commissarissen om hier toezicht op te houden en er voor zorg te dragen dat zij een adequaat bestuur samenstellen dat als geheel over alle relevante competenties beschikt.”
Is het nodig de top van het bedrijfsleven te verjongen?
„Een aardig bijeffect van competentiegericht denken is dat dit bijna automatisch leidt tot een verjonging van het bestuur. Denk bijvoorbeeld aan kennis en kunde op het gebied van internettechnologie. It, data en datasecurity zijn van vitaal belang voor iedere organisatie. Deze competentie is vooral aanwezig bij bestuurders die gemiddeld jonger zijn dan hun collega’s. Daarmee is een zekere verjonging van de top een gegeven.”
Er is dus helemaal geen probleem?
„De benodigde competenties zijn aan verandering onderhevig. Immers, wat vier jaar geleden relevant was hoeft dat over vier jaar niet nog steeds te zijn. We spreken daarom over de noodzaak van een wendbaar bestuur. Bijvoorbeeld een boegbeeld als voorzitter bijgestaan door een bestuur waarvan de samenstelling door de jaren heen wisselt. Om dit te accommoderen zou de benoemingstermijn van vier jaar teruggebracht kunnen worden naar drie jaar. Zodat er vaker en eerder een natuurlijk moment ontstaat om naar de optimale mix van competenties in het bestuur te kijken.”