Kerk & religie

Zijn Geest

Hooglied 1:7

18 August 2016 07:26Gewijzigd op 16 November 2020 05:47

„Zeg mij aan, Gij Die mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij de kudde legert in de middag; want waarom zou ik zijn als een die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?”

Menselijke ijver kan kudden en gemeenten stichten. Door een uiterlijk geluid kwamen er op de doodsbeenderen zenuwen, vlees en een huid: stad en tempel werden herbouwd, de priesterorde hersteld, doch zonder geest en leven (Ezechiël 37). Lodenstein zegt: „Daar kan een uiterlijk lichaam van een kerkgenootschap gevormd worden, waar letterlijk niets aan ontbreekt, maar als de Heere met Zijn Geest en genade erin gemist wordt, dan beginnen de levenden naar de doden te ruiken.”

Volgens getuigenis is de hogepriesterlijke borstlap in Babel achtergebleven, een nieuwe wordt in plaats daarvan gemaakt, maar het is opmerkelijk: alle menselijke vlijt kon de Urim en Thummim er maar niet in vormen waardoor de Heere Zijn verborgenheden aan Israël bekendmaakte. Waar de openbaringen van de Heere gemist worden, daar ontbreekt alles. Als mensenwerk en -licht in plaats van openbaringen komen, is het nog veel gevaarlijker om daarop te vertrouwen. Daardoor wordt de Heilige Geest bedroefd en uitgeblust. Mocht dit gezien, geloofd en betreurd worden, en er een noodgeschrei tot de Heere worden opgezonden, opdat Sions Koning eens blinkende aan de spits mocht verschijnen, met het licht en de werkingen van de Heilige Geest, om Zijn verbondsgeheimen aan Zijn volk te openbaren. Zoals Judas (niet de Iskáriot) eens vroeg en antwoord kreeg: „Wat is het dat Gij Uzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld?” (Johannes 14:22).

E. Fransen, predikant te Barneveld (”Sions weeklacht”, 1926)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer