Scheiding leiders en meelopers terreurafdeling
Gevangenen op de terroristenafdeling (TA) die elkaar kunnen besmetten met radicaal gedachtegoed worden voortaan sneller uit elkaar gehaald. Dat heeft staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) besloten.
De maatregel moet voorkomen dat overtuigde extremisten de meelopers beïnvloeden. Die laatsten zouden anders radicaler uit de gevangenis kunnen komen dan zij erin gingen.
Al bij binnenkomst zal van iedere nieuweling worden ingeschat of het gaat om een echte radicaal of een meeloper die nog te deradicaliseren is. Afgelopen voorjaar is begonnen met de beoordeling van de in totaal ongeveer dertig gedetineerden op de terroristenafdelingen in Vught en Rotterdam.
De beoordeling gebeurt met een nieuwe methode. In deze zogeheten Violence Extremism Risk Assessment wordt alle beschikbare informatie meegenomen. Ook vinden gesprekken met een psycholoog plaats.
De inschatting moet het ook mogelijk maken maatregelen op te leggen die zijn toegesneden op het gedrag en het gedachtegoed van een gedetineerde radicaal.
De bewoners van de terreurafdeling in Vught krijgen overigens gezelschap van Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh. De overplaatsing heeft niet te maken met het nieuwe plaatsingsbeleid, maar is het gevolg van een uitspraak door de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (RSJ).
Mohammed B. zat in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. Omdat hij niet meer geldt als vluchtgevaarlijk, moest hij worden overgeplaatst. Dat gebeurt nu naar de terroristenafdeling, in hetzelfde gebouw als de zwaarbeveiligde EBI, maar dan een aantal deuren verderop.
B., van wie bekend is dat hij nog steeds radicale ideeën heeft, krijgt iets meer vrijheden, maar hij blijft in een zeer zwaar regime. Hij mag bijvoorbeeld vaker bellen. De gevangenisdirecteur bepaalt uiteindelijk of hij met andere gedetineerden aan activiteiten mag deelnemen.