Kabinet maakt zich op voor verkiezingen van maart 2017
Het kabinet vergadert vrijdag voor het eerst na de zomerstop. De bewindslieden maken zich op voor de verkiezingen van maart volgend jaar. Wie denkt er nog terug aan het verkiezingsjaar 2002?
Naar buiten toe zullen de ministers en staatssecretarissen niet zeggen dat ze zich zenuwachtig maken voor de komende verkiezingen. Iedere bewindspersoon heeft nog wel een aantal onderwerpen in de la liggen die hij of zij nog dit jaar wil regelen. En daar gaan zij ook aan werken. Maar feitelijk zijn de meeste grote hervormingsoperaties die het kabinet wilde doorvoeren door de beide Kamers goedgekeurd. Een van de onderwerpen die maar deels zijn gerealiseerd, is de hervorming van het pensioenstelsel. Daar mag het volgende kabinet zijn tanden in zetten.
De klus waar het kabinet de komende weken voor staat, is de afronding van de begroting voor het volgende jaar. De hoofdlijnen staan al in de steigers. Door de verbeterde economische omstandigheden en de extreem lage rente is er financieel wat meer ruimte. Die ruimte neemt het kabinet dan ook. Voor de zomervakantie maakten mochten VVD en PvdA elk enkele honderden miljoenen euro’s verdelen. De VVD koos voor Defensie en de PvdA voor de zorg. Deze strategie hebben VVD en PvdA de achterliggende jaren vaker gekozen. Geen compromissen sluiten, maar elkaar wat gunnen. Dat zal de komende weken nog weleens gebeuren, zo is de verwachting. De PvdA heeft al gezegd dat er wat moet gebeuren aan de mogelijke daling van de koopkracht voor grote groepen ouderen.
De verleiding is groot om in het verkiezingsjaar nog meer cadeautjes uit te delen. De partijen hebben daar ook wel behoefte aan, want in de peilingen staan ze er niet zo best voor. De komende week zal blijken of Rutte en de zijnen deze verleiding kunnen weerstaan en de rug recht kunnen houden. Nederland heeft namelijk nog een staatsschuld van ruim 480 miljard euro.
De politieke situatie van dit moment doet denken aan die in het voorjaar van 2002. Toen waren de politieke tegenpolen VVD en PvdA ook aan het eind van hun kabinetsperiode. Ook toen zag het er economisch gezien rooskleurig uit. Sommigen dachten dat er nooit een eind zou komen aan de positieve economische groeicijfers. Begrotingsevenwicht stond in het vooruitzicht.
Maar toch was het onbehagen groot. Welvaart blijkt niet hetzelfde te zijn als welzijn. LPF-voorman Fortuyn gaf destijds stem aan de onvrede. Bij de verkiezingen die volgden, verloren de regeringspartijen fors. Maar het CDA profiteerde van de onvrede. Niet iedereen wilde zijn proteststem aan Fortuyn geven.
Ook anno 2016 gaat het economisch gezien steeds beter. De overheidsfinanciën ontwikkelen zich in een goede richting, de werkgelegenheid neemt toe en de werkloosheid neemt af. Maar ook nu is de onvrede groot. Vandaag spint PVV-voorman Wilders daar garen bij. Het is voor de regeringspartijen kennelijk moeilijk om die onvrede bij de kiezers weg te nemen. Maar of de kiezers net als in 2002 het CDA als redelijk alternatief zullen beschouwen? Bij de christendemocraten hopen ze er in stilte op.