Opinie

Stille diplomatie naar Turkije heeft meer kans dan geroep

Nog geen dag na het bezoek van de Turkse president Erdogan aan zijn Russische collega Poetin verklaarde de NAVO dat Turkije een „waardevolle bondgenoot” blijft.

Hoofdredactioneel commentaar
11 August 2016 11:50Gewijzigd op 16 November 2020 05:40
President Erdogan (l.) en NAVO-chef Stoltenberg. beeld AFP, Mandel Ngan
President Erdogan (l.) en NAVO-chef Stoltenberg. beeld AFP, Mandel Ngan

Wie nog niet besefte dat er rond Turkije en het Westen iets serieus aan de hand is, heeft na deze verklaring alle reden om wakker te worden. Want in een goed huwelijk is een verklaring „dat we getrouwd blijven”, nooit nieuws. Dat is rond Turkije en de NAVO blijkbaar anders.

De NAVO kwam met de verklaring na „speculatieve berichten” in de (vooral Turkse) pers. Op zich is die berichtgeving begrijpelijk. Erdogan bezocht na de mislukte couppoging niet als eerste Frankrijk, Duitsland of het NAVO-hoofdkwartier, maar Moskou. Daarin zit symboliek. Moskou is sinds de crisis in Oekraïne weer voluit NAVO-vijand nummer 1. Maar tegelijk is Turkije een hoeksteen binnen de NAVO; na de VS heeft Turkije het grootste leger.

Vanuit Erdogan bezien is zijn keus evenzeer begrijpelijk. De leiders in Europa behoren strikt genomen misschien tot zijn ‘directe familie’, maar ze zijn altijd zo kritisch. Na de couppoging veroordeelden ze in een korte zin de mislukte machtsgreep, om vanaf dat moment wekenlang zuinig te kijken naar Ankara over de rechtsgang. De ‘verre neef’ in Moskou is veel hartelijker. Die kijkt niet op een arrestatie meer of minder. En met de doodstraf zit hij helemaal niet.

Woensdag wreef de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Cavusoglu, dat er nog even extra in. De steun voor de EU daalt in zijn land, zei hij. Er waait te veel anti-Turks sentiment vanuit Europa, vindt hij.

De vraag is natuurlijk wel of Turkije anders had verwacht. De honderden arrestaties en duizenden ontslagen volgden zo snel en leken zo goed voorbereid dat dit wel argwaan móést wekken. Het bevestigde ook het beeld van Erdogan dat al enkele jaren in het Westen (zowel in Europa als in Amerika) bestaat. Vrij breed leeft de vrees dat hij zich ontwikkelt tot een autocratisch leider en het recht naar zijn hand zet. Eén Poetin in de wereld is al meer dan genoeg, vinden ze in Washington, Parijs en Berlijn.

Maar in de wereld­politiek is gelijk hébben altijd nog iets anders dan gelijk kríjgen. Het is beslist de vraag of het wel zo diplomatiek was om de Turkse regering wekenlang te overspoelen met kritiek. De ene leider wilde niet bij de andere achterblijven en liet zich tot openbare uitspraken verleiden. Maar om Turkije zelf op andere gedachten te brengen, heeft stille diplomatie veel meer kans van slagen dan megafoondiplomatie.

Turkije is al NAVO-lid vanaf 1952 en zal dat voorlopig wel blijven. In die 64 jaar hebben zich meerdere staatsgrepen in het land voorgedaan, en het bondgenootschap heeft dat allemaal overleefd. De frase uit de verklaring van woensdag dat de NAVO zich verbindt aan „democratische principes”, is al die tijd dus ook heel rekbaar gebleken.

Een bondgenootschap als de NAVO is geen vriendenclub. Het zijn belangen die samenbinden, meer niet. Maar ook als bondgenoten mag je best iets hartelijker met elkaar omgaan. En het zou helemaal mooi zijn als Erdogan daarin zelf het voorbeeld geeft.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer