Rechter kraakt beleid Dijkhoff om levenslang
„De rechter heeft korte metten gemaakt met het voorgenomen beleid van staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) rond levenslang gestraften.” Dat zei advocaat José Lindhout van S. woensdag na de uitspraak van de Haagse rechter dat de tot levenslang veroordeelde Edwin S. het recht heeft om aan zijn resocialisatie te beginnen.
S. wil de kans krijgen om terug te keren in de samenleving. Na 23 jaar en zeven maanden te hebben vastgezeten, vindt de man dat hij recht heeft op resocialisatie. De overheid weigert hem dat nog.
De uitvoering van de levenslange straf in Nederland staat al lange tijd ter discussie. Tot nu toe moet een levenslang gestrafte ook echt levenslang achter de tralies blijven.
Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) heeft inmiddels een voorstel om de regels aan te passen. Er moet een adviescommissie moet komen die levenslang gestraften na 25 jaar cel gaat beoordelen en moet bezien of ze eventueel een kans maken op terugkeer in de samenleving.
S. werd in 1994 veroordeeld voor de moord op een man en het levensgevaarlijk verwonden van een vrouw uit Badhoevedorp bij een overval.
Hij voelt zich gesterkt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat oordeelde dat levenslang, zonder uitzicht op verlof, onmenselijk is.
De rechter vindt dat na een periode van uiterlijk 25 jaar in de cel moet worden beoordeeld hoever de resocialisatie van een levenslang gestrafte is gevorderd.
Daarvoor zijn resocialisatie-activiteiten „onmisbaar” om tot een goed oordeel te komen. De rechter geeft aan hiermee de lijn van de Europese rechtspraak en de Hoge Raad te volgen.
Omdat S. al zeer lang in de cel zit, heeft hij in de ogen van de rechter ten minste achttien maanden nodig om „vorderingen te kunnen maken met zijn resocialisatie”. „Hij moet daar nu dus al mee kunnen beginnen.”
De rechter geeft geen toestemming voor verlof. Daarvoor moet S. zich richten tot de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Dat gaat advocaat Lindhout ook doen, zo meldde ze gisteren.