Binnenland

Gras groeit op vliegkamp Valkenburg

Het platform van voormalig vliegkamp Valkenburg ligt er verlaten bij. Desolaat ook. Van de startbanen resteren grote hopen met puin. „Het was hier zó mooi.”

2 August 2016 18:25Gewijzigd op 16 November 2020 05:29
Oud-vipcoördinator Leen Pronk op voormalig Marine Vliegkamp Valkenburg. beeld Gerard ten Voorde
Oud-vipcoördinator Leen Pronk op voormalig Marine Vliegkamp Valkenburg. beeld Gerard ten Voorde

Gras groeit tussen de kieren van de betonplaten op Valkenburg, het voormalige militaire vliegveld onder de rook van Katwijk. De Duitse bezetter gebruikte Valkenburg in de oorlog, de Koninklijke Marine streek er na de Bevrijding neer.

Een roodgeschilderd pad van platform naar vipgebouw oogt verweerd. „Dat was onze rode loper”, wijst Leen Pronk (69), oud-vipcoördinator op Valkenburg. „Op dat groene vlak stonden een erewacht en muziekkorps.” Het vipgebouw is een puinhoop. Boven de ingang prijken de woorden: Marine Luchtvaart Dienst. Het luchthaventerrein telt nog een aantal vliegtuighangars. Leeg. Aan de overkant staat de verkeerstoren. Buiten dienst. Shovels maken puinhopen van de startbanen.

Pakweg dertig jaar heeft Pronk, nu woonachtig in het Friese Garijp, gewerkt op het Marine Vliegkamp Valkenburg (MVKV), dat op hoogtijdagen zo’n 2500 manschappen telde. „Elke maand stonden we uren in de rij om een katje te halen. Acht tientjes loon voor twee weken.”

Pronk werkte tijdens zijn loopbaan met een vloot aan vliegtuigen: de S2F, de Neptune, de Atlantic, de Orion. Hij stapte als konstabel –verantwoordelijk voor de wapensystemen– aan boord. „Ik wilde vliegen, geweldig. Een vliegtuigbemanning vormt een kleine, hechte groep. Ik zat altijd achter in de ‘bus’. Een vliegtuig boven zee of in het buitenland is een klein stukje Nederland.”

De luitenant der tweede klasse kreeg uiteindelijk een aanstelling als vipcoördinator op Valkenburg en mocht staatshoofden ontvangen op de rode loper. „Het was zo mooi hier. Geen grassprietje stond verkeerd.” Op Valkenburg gebeurden soms „vreemde dingen”, verklaart Pronk. Regelmatig kwam de Palestijnse leider Arafat langs. „Niemand mocht dat weten.” Met enige regelmaat ontving Pronk een telefoontje. „Leen met Kees, ik heb een pakje voor je.” „Dan wist ik hoe laat het was: de aflevering van een verdachte voor het tribunaal in Den Haag.”

Ergens medio jaren 90 hing Schiphol aan de lijn bij Pronk. „Weten jullie iets van een Russisch toestel met Chinezen?” Valkenburg verwachtte inderdaad een Chinese delegatie. Het toestel weigerde te landen op Valkenburg en vloog door naar Zestienhoven bij Rotterdam. „Valkenburg was namelijk een militair vliegveld.”

Beatrix ontving als koningin regelmatig staatshoofden op Valkenburg. Rode loper, baldakijn, erewacht. „De eerste keer moesten er tien kanonnen in actie komen. De koningin wilde echter geen rook in haar gezicht. Een halfuur voor aankomst van de gast draaide de wind en moesten we de kanonnen in allerijl verplaatsen.”

Medio 2006 valt het doek voor Valkenburg. Definitief. Het luchthaventerrein maakt plaats voor woningbouw. De sluiting van het vliegkamp doet Pronk pijn. „Het is droevig. Wij hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de vrede in de wereld en een vrije doorvaart voor de scheepvaart.”

De verkoop van de Orions noemt Pronk een dom besluit. „Russische schepen komen steeds vaker en steeds stiller deze kant op. Als we de onderzeebootbestrijding weer op dezelfde manier willen opzetten, duurt het tien tot vijftien jaar voordat we op ons oude niveau zitten.” De teloorgang van Valkenburg stemt hem verdrietig. „Enorme kapitaalvernietiging.”


zomerserie Verlaten plek

Dit is het eerste deel in een serie over verlaten plekken in Nederland. Vandaag voormalig Marine Vliegkamp Valkenburg. Vrijdag deel 2: een verlaten dierentuin.

Meer over
Verlaten plekken

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer