Rechters VS blokkeren strenge kieswetten
Amerikaanse rechters hebben een stokje gestoken voor drie wetten op staatsniveau omdat die disproportioneel niet-blanke Amerikanen benadelen. Een wet in North Carolina die onder meer identificatiebewijzen met foto verplicht stelt werd geschrapt, een vergelijkbare wet in Wisconsin werd versoepeld. En ook in Kansas werd het staatsbestuur teruggefloten door de rechter.
North Carolina’s wet beperkte het aantal acceptabele identiteitsbewijzen niet alleen tot zes, maar beperkte ook de mogelijkheden om eerder te stemmen dan op de verkiezingsdag. Registreren om te stemmen op de dag van de verkiezingen werd geheel geschrapt door de wet. Een hof van beroep oordeelde vrijdag dat de wet met „chirurgische precisie” zwarte Amerikanen treft.
Ook in Wisconsin zette de rechter een streep door onder meer beperkingen op vroeg stemmen en stemmen per post. Met beide maatregelen werden zwarte Amerikanen gediscrimineerd, oordeelde de rechter. De identificatieplicht werd niet geschrapt, maar wel flink aangepast. Zo mogen studenten hun identiteitsbewijs van hun opleiding blijven gebruiken, zelfs als dat verlopen is. Daarnaast moet de staat zo snel mogelijk gratis identificatiebewijzen gaan verstrekken die geldig zijn bij de stembus.
De voorstanders van wetten zoals die in North Carolina en Wisconsin menen dat ze nodig zijn om fraude bij de stembus tegen te gaan. Volgens tegenstanders komt kiesfraude echter amper voor in de Verenigde Staten en zijn dit soort wetten discriminerend. De rechters lijken zich deze week aan de zijde van de tegenstanders te hebben geschaard. Eerder deze maand stak een rechter al een stokje voor vergelijkbare wetgeving in Texas.