Duizenden kinderen in oorlogsgebieden in cel
Duizenden kinderen in oorlogsgebieden zitten maanden of zelfs jaren in de cel, zonder dat er een aanklacht is. Ze worden gezien als bedreiging voor de nationale veiligheid. Dat stelt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een rapport dat donderdag is verschenen.
Het is volgens Human Rights Watch (HRW) niet bekend hoeveel van de kinderen in gevangenschap zijn gemarteld of overleden. De organisatie keek specifiek naar de situatie in Afghanistan, de Democratische Republiek Congo, Irak, Israël/Palestina, Nigeria en Syrië.
De kinderen zitten vaak vast op verdenking van betrokkenheid bij gewapende groepen. Antiterrorismewetgeving in antwoord op de activiteiten van groepen zoals de Islamitische Staat en Boko Haram hebben het aantal arrestaties doen toenemen.
Schoonveegcampagnes
Veldonderzoek van HRW wijst erop dat kinderen soms worden gearresteerd tijdens „grote schoonveegcampagnes, op basis van flinterdun bewijs, ongegronde verdenkingen of veronderstelde terroristische activiteiten van familieleden.” Zelfs baby’s worden meegenomen als hun moeder verdacht is.
De mensenrechtenorganisatie zegt dat veiligheidstroepen kinderen ook martelen of op inhumane wijze behandelen om bekentenissen los te krijgen of als straf. Kinderen die vastzaten en weer op vrije voeten zijn, getuigen daarover in het rapport.
Honger of marteling
In landen als Afghanistan, Irak, Nigeria, Somalië en Syrië zitten mogelijk honderden kinderen vast zonder toegang tot een advocaat of familieleden. In Nigeria en Syrië zou een onbekend aantal kinderen in gevangenschap zijn overleden door gebrek aan medische zorg, door honger, uitdroging of als gevolg van marteling.
HRW roept regeringen op onmiddellijk te stoppen met de detentie van kinderen zonder aanklacht en eist dat degenen die kinderen mishandelen daarvoor gestraft worden.