Tolerantie is niet het enige wat van belang is in de samenleving
Wat is een samenleving nu eigenlijk? En wat betekent het begrip samenleving, dat juist in deze tijd van radicalisering, onveiligheid en terreur, van vluchtelingenstromen en asielzoekerscentra zo belangrijk wordt geacht?
In deze krant proberen we in een serie artikelen, waarvoor we mensen met verschillende achtergronden interviewen, iets meer zicht op die vraag te krijgen. Of beter gezegd: zicht op het antwoord.
Nogal wat politici reageerden geschokt op de heftigheid waarmee Nederlanders van Turkse komaf enkele weken geleden reageerden op de mislukte staatsgreep in Turkije. Ze gingen de straat op om hun steun te betuigen aan de Turkse president Erdogan en noemden Turkije hun vaderland en Erdogan hun leider. Verdraagt zich dat wel met het onderdeel zijn van de Nederlandse samenleving, zo vroegen velen zich af.
Wat zich in ieder geval níet verdraagt met onze waarden en normen is het feit dat de onrust en tegenstellingen die er zijn tussen groepen mensen in andere landen, hier worden uitgevochten. Letterlijk natuurlijk al helemaal niet, maar figuurlijk evenmin.
Het is dus zeker actueel om iets nauwkeuriger te bezien wat verstaan wordt onder samen leven en het begrip samenleving.
Politici die in de serie in deze krant aan het woord komen, noemen nogal eens het woord ”tolerantie” als een kernbegrip in de samenleving. Als we een goede samenleving willen, moeten we ruimte gunnen aan andersdenkenden. Ruimte geven aan individuen en groepen die anders leven, een andere godsdienst hebben, andere waarden en normen kennen. Voor zover die waarden en normen tenminste niet botsen met de wetten die we hebben in dit land. Wil iemand zich daar niet naar voegen, dan moet hij vertrekken.
Daar is veel mee gezegd, maar voor christenen zeker niet alles. Tolerantie kan namelijk alleen passief zijn. Iets hebben van: leven en laten leven, als ik er maar geen last van heb.
Echt spannend wordt het pas als anderen jouw tolerantiegrens dreigen te overschrijden. Hoe reageer je op hen die hun leven anders inrichten dan jij en dan jij vindt dat goed voor hen is? Om een voorbeeld te noemen: stem je als politicus vóór of tégen een subsidieverstrekking aan een organisatie die van mening is dat homo’s volgens de Bijbel celibatair moeten leven, terwijl jouw politieke beweging dat absoluut niet vindt?
Een christen staat, als het goed is, niet passief in de samenleving. In een samenleving zijn we aan elkaar gegeven. Dat geeft een veel diepere connectie tussen mensen dan wanneer je elkaar alleen maar tolereert. Want als je aan elkaar gegeven bent, draag je verantwoordelijkheid voor elkaar en zoek je het beste voor de ander. Voor een christen betekent dat óók dat hij die ander in contact probeert te brengen met het Evangelie.
Het betekent niet minder dat de overheid christenen mag aanspreken op Bijbelse kernwaarden.
De profeet Micha vat die in één zin samen. „Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is; en wat eist de Heere van u, dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God?” (Micha 6:8).