Economie

Ietsje meer betalen voor ‘groene’ melk

De melk is gezonder, het is goed voor de koeien en de consument wil het. Koeien in de wei, het lijkt heel gewoon maar is het niet.

Ad Ermstrang
16 April 2004 09:13Gewijzigd op 14 November 2020 01:08
IJSSELSTEIN – Jolig, met de bekende bokkensprongen, verlaten de koeien van Theo en Ron Bunnik uit IJsselstein de stal waarin zij de hele winter hebben doorgebracht. Hét teken dat het voorjaar is begonnen. Foto Erik Kottier
IJSSELSTEIN – Jolig, met de bekende bokkensprongen, verlaten de koeien van Theo en Ron Bunnik uit IJsselstein de stal waarin zij de hele winter hebben doorgebracht. Hét teken dat het voorjaar is begonnen. Foto Erik Kottier

Er is een duidelijke tendens om de dieren langer op stal te houden, ondanks de voorkeur van boerenorganisatie LTO Nederland voor de grazende koe. Maar niet ten koste van alles. „Er zou iets meer moet worden betaald voor groene melk.”

Jolig, met de bekende bokkensprongen, verlaten de koeien van Theo en Ron Bunnik de stal waarin zij de hele winter hebben doorgebracht. Hét teken dat het voorjaar is begonnen.

De kudde, de helft van de 120 koeien tellende veestapel, stortte zich donderdagmorgen onder het toeziend oog van de vaderlandse pers in de warme zon op het malse groene gras. Tot verontwaardiging van de klaaglijk loeiende achterblijvers. Zij moeten nog even geduld hebben. „Dat zijn de koeien die de meeste melk leveren. Zij krijgen speciaal krachtvoer en blijven daarom nog even op stal”, verduidelijkt Theo Bunnik.

De boerderij van vader en zoon Bunnik in IJsselstein is in meer dan één opzicht bijzonder. Het melkveehouderijbedrijf is niet alleen fors van omvang (een gemiddelde bedrijf telt 55 melkkoeien), maar stuurt ook iedere voorjaar weer zijn koeien de wei in. En dat begint bij grote bedrijven een zeldzaamheid te worden. Maar ook kleinere boerenbedrijven overwegen steeds vaker de dieren gedurende de zomermaanden in de ruime en lichte stallen te houden.

Soms gedwongen door organisatorische en bedrijfseconomische redenen. „Wij vinden het gewoon leuk om de koeien te laten genieten, het is elk jaar weer een bijzondere dag als ze naar buiten gaan”, zegt zoon Ron Bunnik, die in 1997 tot de maatschap van zijn vader toetrad. „Maar het moet je bedrijfseconomische omstandigheden niet in de war gooien.” De boerderij in IJsselstein werd in 1985 gebouwd en ligt te midden van de uitgestrekte weiden van de familie. Meer dan 40 van de 50 hectare is rondom de boerderij gegroepeerd. „Dat maakt het makkelijk om de koeien naar buiten te laten gaan. Op veel andere plekken is dat niet mogelijk. Zelfs het oversteken van een weg is in deze tijd in verband met het verkeer vaak niet haalbaar.”

Ron Bunnik is overtuigd van de voordelen van weidebegrazing. „Het is goed voor de poten en de algemene gezondheid van de koeien. We hoeven geen voer te halen en de koeien bemesten zelf het land.” Maar er zijn ook schaduwzijden. „De mestwetgeving is een probleem. Die schrijft een gelijkmatige bemesting voor en koeien kijken daar niet naar. Dat scheelt in de maaiopbrengst. Het gebruik van de melkrobot is lastig. En het op stal houden van de koeien is makkelijk. Er raakt er nooit eentje in de sloot.”

Hij vindt het moeilijk een precies kostenplaatje te maken. Tegenover extra inspanningen en meerkosten staat het gebruik van minder voer en kunstmest. „Wij brengen een mix aan. De koeien gaan nu gedeeltelijk naar buiten, maar ’s nachts komen ze binnen. Alleen als het hoogzomer is, blijven ze dag en nacht in de wei.”

LTO Nederland wil zo veel mogelijk koeien in de wei houden, maar denkt dat dit in de toekomst de consument wel geld moet gaan kosten. „Nederland wordt, behalve met tulpenvelden en molens, vaak in één adem genoemd met grazende koeien in het weiland. Dat bepaalt een stukje draagvlak voor de boer”, zegt Siem Jan Schenk, voorzitter van de vakgroep rundveehouderij van LTO.

Op dit moment loopt nog 80 procent van de 1,5 miljoen melkkoeien in Nederland een gedeelte van het jaar buiten. Het einde van de weidegang is volgens Schenk voorlopig nog niet in zicht, maar door de toenemende schaalgrootte wordt het wel steeds moeilijker. Arbeid wordt duurder, terwijl de melkprijzen verder dalen. Schenk denkt dat aan een extra heffing op de prijs van ’groene’ melk niet te ontkomen valt. „In een brede discussie over maatschappelijk ondernemen moet ook het differentiëren van de prijzen aan de orde komen.” In de Noord-Hollandse Beemster wordt tot vreugde van Schenk door een coöperatie al 1 eurocent extra per liter betaald.

En niet alleen het behoud van het cultuurlandschap speelt een rol. Volgens de Wageningse graslanddeskundige Anjo Elgersma is er een verband tussen graskwaliteit en landbouwproducten. Uit haar onderzoek blijkt dat melk van grazende koeien gezonder is door het veel hogere aandeel van onverzadigde vetzuren, rumenzuur en vacceenzuur. „Verrassend”, zo typeert zij de resultaten van haar onderzoek, want „als de koeien twee dagen op stal staan, verdwijnt al 50 procent van het effect. Na een week is er nog maar een kwart van over. En het voeren van vers gesneden gras in de stal heft dat niet op.”

Naar de oorzaken van dat laatste wordt door haar nu nader onderzoek gedaan. „Het kan te maken hebben met het verdwijnen van bestanddelen uit het gras direct na maaien, maar ook met de keuzes van de koe.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer