Opinie

Een arrogant en gevaarlijk politicus

Als columnist van Elsevier en schrijver van tal van boeken had hij ongetwijfeld een zekere bekendheid. Maar zijn snelle opmars in de politiek verraste vriend en vijand. Dat een nieuwe partij na een paar maanden in de peilingen al op 22 zetels staat, is in de Nederlandse politieke geschiedenis volstrekt uniek. Maar de wet van Pim blijkt nog steeds van kracht. „Waar Pim komt, komt ellende”, zo formuleerde iemand uit zijn omgeving het kernachtig toen Pim Fortuyn vorig jaar lijstaanvoerder van Leefbaar Nederland werd.

Dr. C. S. L. Janse
15 February 2002 19:15Gewijzigd op 13 November 2020 23:25

Dat er wat broeit in de Nederlandse politiek was allang duidelijk voor wie goed oplet. De positie van de oude partijen brokkelt af. Het aantal mensen dat bereid is lid te worden, loopt steeds verder terug. Op plaatselijk niveau verliezen de landelijke partijen, vooral in de kleinere gemeenten, de strijd met allerlei lokale lijsten, die veel dichter bij de mensen staan.

De opkomst bij de verkiezingen gaat veelal van dieptepunt naar dieptepunt. De groep vaste kiezers waarop partijen bij elke verkiezing kunnen rekenen, wordt steeds kleiner. Ondanks het feit dat de verkiezingscampagnes steeds professioneler worden opgezet (en steeds meer geld kosten), wordt het voor de campagneteams een steeds zwaardere opgave om de zwevende kiezers te bereiken. De meesten geloven het wel.

Oppositie verdwenen
Met de komst van de paarse coalitie is tot op zekere hoogte de parlementaire oppositie verdwenen. Die oppositie neemt echter in democratische stelsels altijd een belangrijke plaats in als kanalisering van allerlei onvrede. Politieke partijen als de VVD en de PvdA, die vroeger elkaar fel bestreden, zijn sinds 1994 een kartel gaan vormen dat onderling de buit verdeelt.

Uiteraard is er het CDA nog, maar bij deze partij is van een krachtige oppositie geen sprake. De confessioneel getinte kritiek op paars (inzake euthanasie, homohuwelijk en christelijk onderwijs) spreekt de geseculariseerde kiezer niet aan. Voor het overige staat het CDA niet zo erg ver van het paarse beleid af. Bovendien worstelde het CDA voortdurend met leiderschapsproblemen.

De linkse oppositie (GroenLinks, SP) had wellicht meer succes geboekt wanneer het land geteisterd werd door een forse economische crisis, waarbij de werkloosheid flink was opgelopen en iedereen de achteruitgang in zijn portemonnee merkte. Maar daar is geen sprake van. De werkloosheid is minimaal, de overheidsfinanciën zijn aardig op orde en er kon nog een royale verlaging van de belastingtarieven af.

Maar ook in welvaartstijd is er altijd onvrede. Criminaliteit die zorgen geeft, files op de wegen als gevolg van het toenemende autobezit, wachtlijsten in de zorg vanwege een explosief gestegen vraag, massale toestroom van allochtonen die ook graag uit de hoorn des overvloeds willen mee-eten. Zijn er binnen het bestaande politieke bestel geen partijen die deze welvaartsonvrede gestalte kunnen geven, dan hoeft het niet te verbazen wanneer nieuwe partijen die rol op zich nemen. Populistische lokale partijen die eerder in steden als Utrecht en Hilversum opvallende successen hadden geboekt, sloten zich aaneen in Leefbaar Nederland.

Alleen premier
Maar om landelijk succes te hebben had de nieuwe partij ook een leider nodig van meer dan lokaal niveau. Geen nood, er liep al lang een leider rond die een partij zocht. Een man die vond dat alles anders moest en beter kon en niemand meer geschikt was dan hij om dat tot stand te brengen. Niet voor niets publiceerde Fortuyn boeken onder de titel ”Aan het volk van Nederland” (1992), en ”Het zakenkabinet Fortuyn” (1994).

Vanaf zijn jeugd had hij de bestemming om het land te leiden, zo liet hij vorig jaar zomer in Elsevier weten. Hij ging voor het premierschap. Daar achtte hij zichzelf bij uitstek geschikt voor. Een gewone ministerspost was hem te min.

Het program waarmee hij opereert, bevat onder meer de na al die jaren nog nooit gerealiseerde staatsrechtelijke hervormingsplannen van D66. Ook de libertijnse moraal van deze partij vindt in Fortuyn, die prat gaat op zijn homoseksuele uitspattingen, een overtuigd verdediger.

Qua economische politiek komt hij aan de rechterkant van de VVD uit. Met zijn visie op de islam (een antihomogodsdienst bij uitstek) en de asielzoekers manoeuvreert hij zelfs in de richting van extreem rechts. Janmaat werd door hem in het Volkskrant-interview van vorige week tot op zekere hoogte verdedigd.

En dat alles wordt mediageniek gepresenteerd in een populistisch jasje. Hij is de leider die weet te verwoorden wat er onder het volk leeft. De leider die zich presenteert als de uitvoerder van de volkswil: „At your service.” Die, hoewel in hart en nieren republikein, graag aansluiting zoekt bij de door het vorstelijk huwelijk opgeroepen Oranjeliefde. Die zich, wanneer het volk ontroerd is door Máxima’s tranen over de afwezigheid van haar vader, openlijk afvraagt of het nu echt nodig was dat pa thuisbleef.

In de opiniepeilingen leverde die opstelling 22 zetels op, met name ten koste van de VVD. De liberalen zagen het na vele jaren wenkend perspectief om de grootste partij te worden, in rook opgaan.

Echter, hoogmoed komt voor de val. Het bestuur van Leefbaar Nederland was zich er vorig jaar van bewust dat ze met Fortuyn iemand binnenhaalden die stemmen kon trekken, maar ook problemen kon geven. Maar de wet van Pim was waarschijnlijk nog niet ten volle tot hen doorgedrongen. Inmiddels weten ze beter.

Fortuyn moet nu met spoed een partij vormen en Leefbaar Nederland moet een nieuwe lijsttrekker vinden. De vraag is wat het moeilijkste is. Een deel van de kiezers die tot voor een week van plan waren op Fortuyn/Leefbaar Nederland te stemmen, ziet thans in geen van beide meer iets. Maar tussen nu en de verkiezingsdatum van 15 mei kan nog heel wat gebeuren.

Aantrekkingskracht
De vraag is interessant in hoeverre Pim Fortuyn aantrekkingskracht had en heeft op kiezers uit de gereformeerde gezindte. Bij bestudering van de lijst van kamerkandidaten van Leefbaar Nederland bleek dat de kandidaten afkomstig waren uit alle politieke windrichtingen, behalve de SGP. Zelfs vanuit de ChristenUnie was iemand overgestapt naar deze nieuwe club. Dat zegt wel wat, maar ook niet alles.

Fortuyns aversie tegen de paarse coalitie zou hem, voor wie niet verder kijkt, onder ons enig krediet kunnen opleveren. Zijn felle afwijzing van de islam vindt in orthodox-christelijke kring gemakkelijk instemming. Ook op andere punten zouden zijn tegendraadse opvattingen wellicht weerklank kunnen vinden.

Maar wie van ons Fortuyn als bondgenoot ziet, moet zich afvragen of hij niet een slang aan zijn borst koestert. Wilhelmus Simon Petrus Fortuyn is van huis uit rooms-katholiek, maar van kerk en christendom moet hij nu niets meer van hebben. Een tijd lang was hij marxist en later sociaal-democraat. Nu zit hij in de rechts-liberale hoek.

Het was niet toevallig dat het bewuste Volkskrant-interview, behalve een tirade tegen de islam, ook een uithaal bevatte in de richting van de gereformeerden. Die oude gereformeerden liegen altijd, aldus Fortuyn.

Nu zullen we maar niet de vraag stellen welk soort gereformeerden Fortuyn daarbij op het oog had. Zover gaat zijn kennis van de gereformeerde wereld vermoedelijk niet. Het is trouwens niet voor het eerst dat hij deze beschuldiging uit. Enkele jaren geleden kwam hij in een interview in Trouw over de Tien Geboden met hetzelfde verwijt over de gereformeerden.

Interessanter is de argumentatie die hij daarvoor aanvoert. Ze liegen volgens hem „omdat ze een normen- en waardenstelsel hebben dat zo hoog ligt, dat je dat menselijkerwijs niet kunt handhaven.”

Waarheid of laster?
Is daar iets van waar of is het pure laster? Het zou wel eens kunnen zijn dat de werkelijkheid hier gecompliceerder is dan wij denken. In onze geseculariseerde cultuur overheerst de gedachte dat normen uit de mens zelf voortkomen. Van bepaalde regels vinden mensen dat je je daaraan houden moet. Wie echter zelf niet doet wat hij anderen voorhoudt, gedraagt zich onwaarachtig. Als mens ben je dan niet authentiek. Het gaat er immers om dat je doet wat je zegt. Wat je zelf niet kunt opbrengen, moet je ook van anderen niet eisen.

Maar de christelijke ethiek zit natuurlijk heel anders in elkaar. Daarbij gaat het niet om normen die mensen zichzelf stellen en waarbij ze geacht worden de daad bij het woord te voegen, op straffe van verlies van eigen geloofwaardigheid en van de geloofwaardigheid van de voorgehouden normen.

In de Bijbel gaat het om geboden die van Boven komen. Die ontlenen hun geloofwaardigheid uiteindelijk niet aan de mate waarin mensen (ook niet de mensen die de waarde en het gezag van die normen erkennen) zelf die geboden iedere keer weer keurig naleven.

Uiteraard hoort het wel dat mensen zo leven, dat is buiten discussie. Maar de gereformeerden en zeker de oude gereformeerden weten met de Heidelbergse Catechismus dat ook de allerheiligsten, zolang zij in dit leven zijn, Gods geboden niet volkomen kunnen houden, maar slechts een klein beginsel hebben van deze gehoorzaamheid.

Er staan hier twee benaderingen tegenover elkaar. Enerzijds een waarden- en normenstelsel dat van Boven komt en dat van kracht blijft, ook al weten we dat zelfs de ware gelovigen dat volstrekt niet kunnen houden. Anderzijds een waarden- en normenstelsel waarbij vooral van belang is dat je doet wat je zegt. Wat je zegt, wordt dan welhaast van secundaire betekenis.

Hypocriet
Recent heeft prof. dr. J. Graafland (Katholieke Universiteit Brabant) in verband met het thema bedrijfsethiek op de opiniepagina van deze krant op dit verschil in benadering gewezen. Hij noemde dat als een van de redenen waarom christelijke ondernemers door anderen vaak voor hypocriet worden versleten.

Tegen die achtergrond moet de herhaalde uitval van Fortuyn naar de gereformeerden worden bezien. Dat heeft te maken met een verschillende visie op goed en kwaad. Daarmee wordt ook duidelijk dat er een grote kloof is. Wie in het genoemde Trouw-interview zijn standpunt inzake het zevende gebod naleest, wordt in die gedachte alleen maar versterkt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer