Gratis bivakkeren in Bakkeveen
Ze zijn ruim vijf jaar niet op vakantie geweest. Geen geld. Maar Rob en Marianne Pater uit Groningen zitten nu toch, samen met hun dochtertje Sophie, gratis en voor niets een week in een bungalow op het Molecaten Park in het Friese Bakkeveen. Met dank aan De Vakantiebank.

Rob (31) en Marianne (32) kennen elkaar van een datingsite. „Na een relatie van een halfjaar kochten we een huis in Groningen. Het ging best wel snel allemaal. We kozen voor een geregistreerd partnerschap. Trouwen staat boven aan ons wensenlijstje, maar is op dit moment niet aan de orde, vanwege de kosten.”
Rob was reparateur van elektronica, Marianne kapster-schoonheidsspecialiste. Beiden verloren hun baan, omdat de bedrijven waar ze werkten failliet gingen. Marianne: „Ik heb nog geprobeerd zelf een kapperszaak te starten, maar dat lukte niet.” Rob: „En ik ben na mijn ontslag een webwinkel in mobiele telefonie begonnen, maar die moest ik na een paar maanden stopzetten. Het duurde te lang voordat de site geld opleverde.”
Aanvankelijk kreeg het stel 70 procent van het laatste salaris als uitkering, maar toen een nieuwe baan uitbleef, belandde het in de bijstand. Rob: „Ons huis hadden we gekocht op basis van twee inkomens. Mijn vader had ons nog gewaarschuwd: Doe dat niet. Als er straks één inkomen wegvalt, heb je een probleem, zei hij. Maar wij waren jong, en onbezonnen. Uiteindelijk vielen er zelfs twee inkomens weg.”
Marianne: „Achteraf hebben we ook te lang doorgeleefd alsof we nog twee salarissen hadden. De boodschappen bleven we op Albert Heijnniveau doen. Of we nu voor 50, 100 of 150 euro in de kar deden, we keken er niet naar. We maakten schulden, konden de vaste lasten niet meer betalen en kregen de deurwaarder op bezoek.”
Aasgieren
De bank eiste dat hun huis werd verkocht. Rob: „Het ging per opbod van de hand. Wij hadden er 140.000 euro voor betaald; het werd voor 90.000 euro verkocht. Onvoorstelbaar wat een aasgieren er op zo’n verkoop afkomen. Voor ons had het wel een voordeel: we gingen van een koopflatje naar een huurwoning met tuin.”
Intussen zat het stel diep in de penarie. Het kwam in de schuldhulpverlening. Rob: „Onze schuld was opgelopen tot 45.000 euro. We staan inmiddels anderhalf jaar onder toezicht van de gemeente Groningen. Onze bijstandsuitkering van 1303 euro per maand gaat naar een rekening die wordt beheerd door de gemeente. Wij krijgen er elke week 65 euro van. Daar moeten we van rondkomen. De rest wordt gebruikt om onze schuld af te lossen. We hebben nog minstens anderhalf jaar te gaan.”
Het stel wil „geen kwaad woord” horen over de schuldhulpverlening. „Het werkt in ons geval prima. Het contact met de bewindvoerder, die namens de gemeente ons geld beheert, loopt vooral via e-mail. Dat is prettig. Het helpt ons echt om onze financiële situatie weer gezond te krijgen.”
Van 65 euro per week kan het stel niet rondkomen. „Eén keer per week, op zaterdag, gaan we naar de voedselbank in Groningen. Daar halen we vlees, brood, houdbare producten, groenten en fruit. Alles in vastgestelde hoeveelheden. We horen anderen in deze situatie weleens mopperen op de voedselbank, maar daar hebben wij geen enkele reden voor.”
Help!
Negen maanden geleden werd hun dochter Sophie geboren. Marianne: „Een kind was onze grote wens, maar toen we hoorden dat ik in verwachting was, was onze eerste reactie: Help! Hoe moet dat straks? Kunnen we ons kind wel onderhouden? Maar we kregen vrachten met kleertjes van de familie.” Rob: „Pampers kopen we in de aanbieding. En eten voor de kleine: daar zorgt Marianne zelf voor. Ze geeft borstvoeding.”
Een vrijwilliger van de voedselbank meldde het stel aan bij De Vakantiebank. Rob: „Ik had er nog nooit van gehoord. Ineens kregen we een mail: Gefeliciteerd, u mag gratis een week op vakantie naar Bakkeveen. Fantastisch natuurlijk. Maar het vervoer was een probleem. We hebben geen auto. Mijn ouders waren zo aardig om hun VW-bus uit te lenen. Inclusief een volle dieseltank.”
Marianne: „De bungalow, met de prachtige naam Salomonszegel, is klein, maar netjes. Bij aankomst lagen er een paar waardecheques klaar om deze week te besteden. Het enige minpunt van het huisje is dat er pissebedden binnenlopen. Dat betekent elke dag zuigen en goed opletten dat de kleine ze niet beetpakt.”
Hoop
Het stel heeft „een gemengd gevoel” bij zijn financiële situatie. Marianne: „Soms schamen we ons, maar we zijn geen mensen om bij de pakken neer te zitten. Het liefst zouden we, net als anderen, onze eigen boontjes doppen. Gelukkig kunnen we er met familie en vrienden gewoon over praten. Zij hebben begrip voor onze omstandigheden.”
Rob: „Het is vervelend dat we allebei al zo vaak gesolliciteerd hebben en telkens nee te horen krijgen. Daar worden we weleens moedeloos van. Soms merken we dat we bij een sollicitatiegesprek op achterstand staan zodra we vertellen dat we in de schuldhulpverlening zitten. Maar er gloort hoop. Na deze week mag ik drie dagen op proef komen werken bij een elektronicabedrijf. Ik hoop echt dat het iets wordt.”
Hun moeilijke financiële situatie heeft ook positieve gevolgen. Rob: „Ik was altijd dik en stevig, maar ben wat broekmaat betreft teruggegaan van 40 naar 32. Roken doe ik niet meer, drinken alleen in het weekend. Twee pilsjes.” Marianne: „Ik rook nog wel. Op een slechte dag zeven sigaretten, maar meestal niet meer dan twee per dag. Om de kosten te drukken, maak ik mijn eigen sigaretten. Ik kan nog niet stoppen met roken. Het is mijn rustmoment, mijn uitlaatklep.”
Initiatieven zoals de voedselbank en De Vakantiebank, daar zijn Rob en Marianne „heel blij” mee. „Fijn dat andere mensen hun steun verlenen door spullen te geven, maar ook geld. Als wij straks weer een vast inkomen hebben, gaan we dat ook zeker doen.”
„Elk jaar honderd vakanties erbij”
De Vakantiebank viert zijn eerste lustrum. De stichting, die kantoor houdt in Groningen, begon vijf jaar geleden met het realiseren van gratis vakanties voor gezinnen die in armoede leven. Het aantal vakanties liep op tot 400 in 2013. Daarna kelderde het tot slechts veertig per jaar, terwijl de vraag vele malen hoger lag. Projectcoördinator Erik van Diepen legt de opvallende gang van zaken uit.
„We zijn destijds gestart met steun van De Vrijbuiter, dé kampeerwinkel van Nederland. Deze organisatie gaf niet alleen geld, maar stelde ook personeel en materiaal beschikbaar. Daardoor konden wij in 2013 400 vakanties weggeven. In dat jaar werd De Vrijbuiter echter overgenomen door een investeringsmaatschappij. Die zei: We beperken ons tot onze corebusiness en daar valt het weggeven van vakanties niet onder. Daardoor kon De Vakantiebank dat jaar ineens nog maar veertig gezinnen helpen.”
Ongewenst effect
De nieuwe situatie leidde tot een aantal veranderingen, zegt Van Diepen. „We moesten om te beginnen op zoek naar nieuwe investeerders en partners om mee samen te werken. Dat is ten dele gelukt. We ontvangen ons geld op dit moment vooral van kleine particuliere fondsen. Dat aantal willen we de komende jaren uitbreiden. Ook hebben we onze aanmeldingsprocedure onder de loep genomen en verbeterd. We ontdekten namelijk dat er gezinnen gratis op vakantie gingen die niet aan de voorwaarden voldeden. Het gaat niet om grote aantallen, maar we willen dit ongewenste effect uiteraard proberen te voorkomen.”
Dat blijft lastig, erkent Van Diepen. „We hebben nu als voorwaarde dat gezinnen de afgelopen vijf jaar niet op vakantie zijn geweest omdat ze er geen geld voor hadden, en ook de komende jaren niet op vakantie zullen kunnen. Mensen die bij ons een aanvraag indienen, moeten financieel met de billen bloot. Concreet: ze moeten bankafschriften van de afgelopen dertig dagen laten zien. We maken een uitzondering voor mensen die via een voedselbank bij ons worden aangemeld. Zij hebben zo’n strenge selectieprocedure al een keer doorlopen. De uitslag daarvan nemen we over.”
De Vakantiebank heeft ook zijn aanbod aangepast. Van Diepen: „In het verleden werkten we vooral met tenten en huisjes op parken. Maar die zijn in het hoogseizoen allemaal bezet. Daardoor moesten de gezinnen die via onze stichting op vakantie gingen, uitwijken naar perioden buiten de zomervakantie. Dat hebben we altijd jammer gevonden. Je laat deze gezinnen het liefst tegelijk met andere gezinnen op vakantie gaan.”
Die mogelijkheid is er nu, zegt Van Diepen. „We hebben in het Friese Bakkeveen de beschikking over twee bungalows op een park die we van mei tot en met oktober mogen gebruiken. Daarnaast starten we een dezer dagen met twee safaritenthuizen op Veluwse campings. Die worden ons eigendom en kunnen we vanaf dat moment doorlopend gebruiken.”
Sponsors
Van Diepen wil als projectcoördinator deze werkwijze uitbouwen. „Dan kunnen we ook in het hoogseizoen meer gezinnen helpen. Ons streven is om er elk jaar twee tot vier safaritenten bij te krijgen. Ze kosten 5000 euro per stuk aan aanschaf en onderhoud. Daar zoeken we sponsors voor. Als een bedrijf het volledige bedrag voor z’n rekening neemt, komt de naam van het bedrijf op de tent te staan. Ook kunnen bedrijven losse vakantieweken sponsoren. Per tent kunnen we dan minstens twintig vakanties per jaar weggeven.”
De stichting gaat door met het aanbieden van gesponsorde vakanties buiten het hoogseizoen. Van Diepen: „Dit jaar kunnen we zo’n zeventig vakanties weggeven, mede dankzij steun van de organisatie Droomparken en sponsoring van twee bungalows in Bakkeveen. Het is ons streven om komende jaren met honderd vakanties per jaar te groeien. Dat is nodig, omdat er een enorme vraag is. Die overtreft op dit moment ten minste vijf keer het aanbod. Daardoor moeten gezinnen te lang wachten.”
Om het benodigde geld binnen te krijgen, heeft De Vakantiebank een fondsenwervingsbureau ingeschakeld. Van Diepen: „Het gaat in 2017 en 2018 om een streefbedrag van 120.000 tot 140.000 euro. De Lionsclub in Assen heeft toegezegd te willen sponsoren. Hij wil zelf safaritenthuizen sponsoren en gaat andere Lionsclubs in Nederland benaderen om hetzelfde te doen. Verder gaan we de komende tijd bedrijven bezoeken met de vraag of ze ons financieel willen steunen. Die vraag past in de trend van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook willen we in 2017 crowdfundingsacties houden op campings.”
Wat drijft Van Diepen om zich in te zetten voor De Vakantiebank? „Iedereen wil graag op vakantie. Kinderen willen dat zeker. Maar kinderen die in een armoedegezin opgroeien, komen na de zomer terug op school zonder dat ze op vakantie zijn geweest. Daar kiezen ze zelf niet voor. Zij kunnen aan die situatie niets veranderen. Wij wel. Het is triest dat het aantal kinderen dat in een armoedegezin opgroeit, nog steeds stijgt. Dat betekent voor ons: werk aan de winkel.”
www.devakantiebank.nl
Meer kinderen groeien op in armoede
Het aantal gezinnen dat van een laag inkomen moet rondkomen, blijft groeien. In 2014 leefden 421.000 kinderen in zo’n gezin. Dat is 12 procent van alle kinderen, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een rapport van mei dit jaar. In bijna een derde van de gezinnen duurt de armoede al minstens vier jaar. De kinderen krijgen zelden of nooit nieuwe kleren, gaan niet of nauwelijks op vakantie en kunnen niet naar muziek- of sportles. Het aantal arme gezinnen onder allochtonen is vier keer zo hoog als onder autochtonen. Sinds 2010 stijgt het aantal arme gezinnen jaarlijks, mede als gevolg van de economische crisis.
---- Aanbieders
De zomervakantie is in volle gang. Miljoenen mensen verkassen naar campings, parken, hotels, huisjes, bungalows en droompaleizen. Maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Gezinnen die in armoede leven, blijven noodgedwongen thuis. Ze hebben geen geld om op vakantie te gaan. Om ze te helpen, zijn er verschillende organisaties die gratis vakanties aanbieden. Een ervan is De Vakantiebank, die vijf jaar bestaat. Andere aanbieders zijn onder meer de stichting Zo’n vakantie, die zich richt op de christelijke achterban, de stichting Vakanties Minima Walcheren, een Zeeuws initiatief, en de stichting Weekje Weg, die samenwerkt met plaatselijke gemeenten. Ook kerken en diaconieën springen soms bij om mensen met een minimuminkomen op vakantie te laten gaan.