Keuze voor Boris Johnson als minister Buitenlandse Zaken niet verstandig
Even leek het dat met de benoeming van de bekwame Theresa May tot premier van het Verenigd Koninkrijk, het brexitstof neerdaalde. Maar net na haar benoeming verraste ze vriend en vijand door Boris Johnson, dé drijvende kracht achter de brexitcampagne, te benoemen tot minister van Buitenlandse Zaken. Een post die gezien wordt als de belangrijkste na die van de premier. Johnson, die eerder aankondigde toch niet voor het premierschap te gaan, komt zo op de bijrijdersstoel van het nieuwe kabinet te zitten. Een bijrijdersstoel die in Engeland links in de auto staat, maar in de rest van Europa is dat de plaats waar de chauffeur zit. Noem het symbolisch in een tijd waarin het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie in scheiding liggen.
De benoeming van Boris Johnson heeft nogal wat gevolgen voor de reputatie van Engeland. Want Johnson heeft op een nogal dubieuze wijze campagne voor een brexit gevoerd en beloften gedaan die hij daags na het referendum al moest terugnemen.
Erger voor zijn nieuwe baan is het dat hij overal in de wereld politieke leiders grof heeft beledigd. Zo zei hij van Hillary Clinton, mogelijk de nieuwe president van de Verenigde Staten: „Ze heeft geverfd blond haar, pruillippen en een koude blauwe blik, net als een sadistische verpleegster in een inrichting.” Dat kan nog leuk worden als die twee in de toekomst zaken moeten doen.
Gezien de reacties in de wereld op de benoeming van Johnson kun je rustig stellen dat het brexitstof nog lang niet is neergedaald. Duidelijkheid over de koers die May gaat varen met betrekking tot Europa is er evenmin. Ze wil de uittredingsprocedure nog niet in werking stellen en heeft gisteren al direct een bezoek gebracht aan Schotland om te proberen de eenheid in het koninkrijk te bewaren. Een hele klus, want vooral in Schotland, dat in de EU wil blijven, wordt de afscheidingstrom geroerd.
De politieke arena in het Verenigd Koninkrijk lijkt ondertussen verdacht veel op een theater waarin politici optreden als cabaretiers. Nadat hij neuriënd z’n officiële afscheid als premier had aangekondigd, hield Cameron in het Lagerhuis een toespraak die van grappen en grollen aan elkaar hing. De parlementariërs bedankten hem met een staande ovatie. Maar waarvoor eigenlijk? Voor het feit dat hij het Verenigd Koninkrijk in een politieke crisis heeft gestort door het uitschrijven van een referendum dat hij verloor?
In Brussel wordt het allemaal met verbazing aangezien. Maar ook daar moet nog doordringen dat de EU er niet is door kritiek te leveren op het Verenigd Koninkrijk. Zeker na de aanslag in Nice is adequaat en eensgezind optreden door de Unie in tal van kwesties dringend noodzakelijk.
De keuze van premier May voor Boris Johnson blijft ondertussen een dubieuze. Het is begrijpelijk dat ze Johnson graag dicht bij zich heeft, om zo nog enige controle op zijn doen en laten te hebben. Want een prominente criticus buiten het kabinet is ook geen pretje. Maar een minder belangrijke plek voor Johnson in de regering was na zijn polariserende optreden al een royale beloning geweest.