Neiging om te generaliseren bepaald niet onschuldig
Stereotypen zijn bepaald niet onschuldig. Er is daarom alle reden om onze neiging tot generaliseren uit te bannen, betoogt Jaap de Wit.
Een klacht tegen attractiepark de Efteling over een vermeend racistische attractie leidde vorige week tot felle reacties. Mogen we de mensen die klaagden afdoen als „zeurpieten”, of sluiten we daarmee onze ogen voor een ongemakkelijke, christelijke waarheid?
Van de Aziaat met een wiskundeknobbel tot de primitieve Afrikaan, we kennen allemaal de stereotypen. En omdat we weten dat het stereotypen zijn, denken we vaak dat ze onschuldig zijn. Toch is er overweldigend bewijs voor het tegendeel. Talloze wetenschappelijke studies hebben de afgelopen decennia aangetoond dat deze stereotypen nare consequenties hebben. Ze beïnvloeden de schoolresultaten en het psychisch welzijn van talloze mensen, zorgen voor scheve verhoudingen op de arbeidsmarkt en leiden tot oneerlijke behandeling door onder meer politie, justitie en in de gezondheidszorg.
Zelfs wanneer je slechts op de hoogte bent van een stereotype over een bepaalde groep mensen, beïnvloedt die hoe je individuen uit deze groep behandelt, ook wanneer je het betreffende vooroordeel zelf niet onderschrijft. Zo is bijvoorbeeld aangetoond dat zwarte agenten dezelfde stereotypen op zwarte verdachten projecteren als hun blanke collega’s, hoewel beide groepen beweren dit niet te doen. Dit leidt niet alleen tot oneerlijke behandeling, maar ook tot menselijke drama’s. Alleen vorige week al verschenen er twee nieuwsberichten over politieagenten die zwarte mannen hadden doodgeschoten, terwijl dit gezien de situatie volstrekt onnodig was.
Gelukkig zijn de meeste mensen het erover eens dat we niet mogen generaliseren. Aangezien er genoeg aanleiding is om te geloven dat zowel positieve als negatieve stereotypen ervoor zorgen dat dit wel gebeurt, lijkt het mij een redelijke conclusie dat we deze stereotypen moeten uitbannen.
Bot
Dat dit nog niet zo evident is, bleek wel toen een actiegroep tegen stereotypering afgelopen week aanstoot nam aan een attractie in de Efteling. Monsieur Cannibale toont een ouderwetse neger met een bot door zijn neus en een ketel waarin hij zijn slachtoffers levend kookt. Het is een karikatuur die doordrenkt is van racistisch kolonialisme.
Nu mogen wij uiteraard niet verantwoordelijk worden gehouden voor de fouten van onze voorouders. Ook moeten we zeker niet proberen het verleden uit te wissen, maar dan moeten we het natuurlijk wel beter doen dan onze voorouders. En als dat betekent dat we hier en nu een kleine cosmetische ingreep moeten uitvoeren, dan hebben we dat er toch graag voor over?
Nou, nee dus. De suggestie alleen al leidde tot woedende reacties. En hoewel de Efteling op een volwassen manier wil praten met de actievoerders, doet ze er zelf nog een schepje bovenop door te stellen dat alle karakters in het attractiepark nu eenmaal ‘uitvergrotingen’ zijn. Dus Monsieur Cannibale is geen echte neger, maar een ‘uitvergroting’ van een echte neger? Dat stelt de mensen gerust, zeg. Stel je eens voor dat de attractie in plaats van uit ketels zou bestaan uit ronddraaiende geldkistjes en dat de inboorling werd vervangen door een grijpgrage Jood met een haakneus. Het land zou te klein zijn, en al helemaal als de Efteling zou zeggen dat het slechts een ‘uitvergroting’ was. En terecht.
Boodschap
Waarom reageren we dan wel honend op de suggestie om een zwarte karikatuur te verwijderen? Volgens mij komt dat doordat het aanpakken van racisme ten diepste een christelijk streven is. Dat wil zeggen: het begint bij onszelf, en dat stuit op weerstand.
Toen het volk van Israël „kruisig Hem” riep, was dat volgens mij niet omdat ze Christus eens goed hadden bekeken en tot de conclusie waren gekomen dat hij gevaarlijk was. Nee, het probleem was juist dat ze weigerden om dat te doen. Jezus verkondigde een waarheid die men niet wilde weten, omdat die hun comfortabele beeld van de werkelijkheid omver zou werpen. Wanneer ik dus geconfronteerd word met een menigte met een lynchmentaliteit, dan vraag ik mezelf meestal eerst af welke ongemakkelijke waarheid deze menigte liever niet onder ogen ziet.
De ongemakkelijke waarheid is dat ieder van ons de neiging heeft te generaliseren en dus ook telkens weer moeite moet doen om dat te laten. Raciale stereotypen belemmeren ons daar aantoonbaar bij, dus waarom zouden we überhaupt risico’s willen lopen door ze koppig te behouden?
Het Evangelie vraagt van ons dat we in alle eerlijkheid onze eigen zondige neiging aanpakken. We hebben een duidelijke moraal: ieder mens is een uniek schepsel van God, en dus moet ik hem of haar ook als zodanig behandelen.
De auteur is blogger en columnist.