Flitsscheidingen
Minister Donner van Justitie wil een einde maken aan de erkenning van flitsscheidingen. Sinds april 2001 bestaat de mogelijkheid om een huwelijk zonder tussenkomst van een rechter om te zetten in een geregistreerd partnerschap, dat vervolgens snel ontbonden kan worden. Daardoor kunnen echtparen uit elkaar zonder lange wachttijden en hoge kosten.De minister beschouwt het huwelijk als een verbintenis met een gewichtige betekenis, die daarom niet als gewoon contract ontbonden mag worden. Als het al tot een scheiding komt, vindt de bewindsman dat daarvoor vanwege het bijzondere karakter van het huwelijk een rechterlijke uitspraak noodzakelijk is.
Inmiddels heeft een kamermeerderheid vol ongeloof en onbegrip gereageerd. Zij vindt het geregistreerd partnerschap een uitstekend middel voor echtelieden om onderling afspraken te maken. En als mensen dan willen scheiden, is het gunstig voor de werkdruk van het justitieel apparaat om dit buiten de rechter om te doen.
Belangrijker dan deze pragmatische argumenten is de afkeer bij niet-confessionele partijen van Donners „conservatieve kijk” op het huwelijk. Terwijl de minister dit nog altijd ziet als een verbintenis die je in principe voor het leven aangaat, hebben niet-christelijke partijen de opvatting dat man en vrouw zonder veel problemen van elkaar af moeten kunnen als het om welke reden dan ook tussen hen niet meer gaat.
Hoezeer hier een geseculariseerde, progressieve missiedrang achter schuilgaat, blijkt wel uit het negeren van Donners sterke argument dat het buitenland de procedure van een flitsscheiding niet erkent. Wil een flitser buiten Nederland hertrouwen, dan heeft hij of zij forse problemen. In het algemeen wordt buiten onze grenzen een scheiding zonder tussenkomst van een rechter gezien als „strijdig met de openbare orde.” Wanneer men dus na een flitsscheiding opnieuw een huwelijk aangaat, maakt men zich schuldig aan bigamie. Voor de niet-confessionele partijen telt dat bezwaar niet. Gewoon afwachten, het buitenland volgt vanzelf, is de simpele redenering.
In onze samenleving geldt nog altijd dat belofte schuld maakt. Het breken van een belofte schaadt altijd iemands integriteit. Opvallend is dat dit kennelijk voor het huwelijk, de meest ingrijpende belofte, minder geldt. Daar moeten mensen zonder veel rompslomp vanaf kunnen.
Daarbij is het een illusie dat met de flitsscheiding alles rond een echtscheiding snel en probleemloos te regelen valt. Inmiddels blijkt dat een aanzienlijk deel van de flitsers na hun scheiding de nodige problemen krijgt omdat bij de snelle procedure geen afspraken worden gemaakt over alimentatie en omgangsregeling voor de kinderen. Deze onbesproken brandhaarden moeten dan vaak toch nog aan een rechter worden voorgelegd, met alle emotionele schade van dien.
Man en vrouw beloven elkaar op hun trouwdag op plechtige wijze „voor altijd” liefde en trouw. Dat is geen kleinigheid. Daar moeten echtparen ook niet gemakkelijk vanaf kunnen. De gedachte dat je een echtscheiding op een achternamiddag -”klaar terwijl u wacht”- regelt, strijdt met het gewicht van de huwelijksverbintenis.