Oproep: Nederlanders weg uit Zuid-Sudan
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag roept Nederlanders in Zuid-Sudan op om het land te verlaten. Ze krijgen het advies „bij de eerstvolgende veilige gelegenheid” te vertrekken en tot die tijd binnen te blijven.
In de hoofdstad Juba zijn bij gevechten tussen legereenheden die president Salva Kiir steunen en strijdkrachten van diens oude rivaal Riek Machar bijna driehonderd mensen omgekomen. Voor zover bekend zijn er geen Nederlanders slachtoffer geworden van de gewelddadigheden van de afgelopen dagen, meldt het ministerie.
De Nederlandse ambassade in de hoofdstad Juba staat via sms en telefoon in nauw contact met de honderd Nederlanders in het Afrikaanse land. Om wie het gaat en wat ze er precies doen, kan een woordvoerster van het ministerie niet zeggen. „We weten wie het zijn.”
De zes Nederlandse medewerkers blijven op de ambassade. Het lokale ambassadepersoneel is naar huis gestuurd.
„Het geweld is een ernstige schending van het vredesakkoord van augustus 2015 en brengt de verdere uitvoering daarvan in gevaar”, aldus minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken maandag. „We dringen er binnen de Europese Unie op aan om druk uit te oefenen op de Zuid-Sudanese leiders om het geweld te beëindigen, ook door het sanctieregime aan te scherpen en uit te breiden.”
Eerder haalden de Verenigde Staten een deel van het ambassadepersoneel terug.