Dat bleek vrijdag uit het vonnis. De eigenaar van het kasteel, ondernemer Coen Haklander, ging in 2014 failliet. Hij had het kasteel bij Ermelo in 2008 gekocht voor 4,9 miljoen euro. Een openbare veiling ging op het laatste moment niet door. De Rabobank, grootste schuldeiser van de ondernemer, accepteerde een onderhands bod van Het Geldersch Landschap van 1,3 miljoen euro. Te laag, oordeelde curator Frank Feenstra. Hij wil dat het kasteel, het koetshuis en de verhuur van de oranjerie als geheel in de verkoop gaan. Daarvoor zou al een bod van 3 miljoen euro zijn gedaan. Volgens de Rabobank was dat geen serieus bod: van dat bedrag moest een miljoen door de bank zelf worden bijgelegd.

Het kasteel is veel waard vanwege de verhuur van de oranjerie. Daags voor het faillissement droeg de ondernemer dit verhuurrecht over aan het bedrijf van zijn vrouw. De curator vermoedt dat Het Geldersch Landschap met Haklander onder één hoedje speelt. De stichting wil het kasteel voor een zo laag mogelijk bedrag verkrijgen door de verkoop los te koppelen van de verhuur van de oranjerie. De stichting beloofde als dank de verhuur aan het bedrijf van de vrouw van de ondernemer te gunnen, denkt de curator. Die constructie werd door de advocaat van de stichting ten stelligste van de hand gewezen. Het is de stichting alleen te doen om het cultureel erfgoed in de provincie te bewaren. Een snelle verkoop is nu noodzakelijk: sinds 2009 is er geen onderhoud meer gepleegd. Het kasteel is domweg niet meer waard dan het bod van de stichting. „De paddenstoelen groeien op de vloer en er zit schimmel op de muren”, aldus de raadsman.

De rechtbank hoefde alleen te oordelen of het kasteel voor meer dan de geboden 1,3 miljoen euro verkocht kon worden. Mede op basis van een recent taxatierapport, waarin de slechte staat van onderhoud is beschreven, achtte ze dat niet aannemelijk.