Israël rouwt om vermoorde tiener Hallel
Een Joods echtpaar, oorspronkelijk uit New York afkomstig, staat voor het huis van de familie Ariel in de Israëlische nederzetting Kiryat Arba, nabij de heilige stad Hebron. Ze zijn net als veel andere landgenoten naar de plaats gekomen waar vorige week donderdag de 13-jarige Hallel Yaffa Ariel op brute wijze om het leven werd gebracht.
Het lijkt alsof heel Israël meerouwt met de orthodox-Joodse familie Ariel, die haar dochter verloor nadat een 17-jarige Palestijn door een raam van het huis klom en Hallel „afslachtte”, zegt Penina Aranoff, de grootmoeder van het meisje, met tranen in haar ogen.
Ze kan nog steeds niet geloven dat haar kleindochter met minstens acht messteken werd vermoord. „Hoe is zo’n jongen opgevoed? Dit is niet een actie uit armoede, dit is pure haat.”
Kana, het 4-jarige zusje van Hallel, springt ondertussen in de tuin op de trampoline. De dader, Muhammad Nasser Tarayrah, is daar op de bewuste donderdagmorgen langsgeslopen, nadat hij over het hek rond de nederzetting was geklommen. Nu staat er een speciale beveiligingspost met Israëlische soldaten naast het huis, om een eventuele nieuwe horrordaad te voorkomen.
De solidariteit in Israël, met name vanuit de nationaal-religieuze rechterflank, is voor de familie overweldigend. „Duizenden mensen zijn hier deze week gekomen”, vertelt Batya Allouche, tante van Hallel. De meeste bezoekers zijn Joods, maar ook niet-Joden betuigen hun medeleven, onder wie één Arabier. „Maar ik heb geen enkele veroordeling gehoord van de mensen uit het dorp (Bani Naim, red.) of van Palestijnse leiders. Ik wil nieuwskoppen zien: Het spijt ons.”
Iemand die wél van zich liet horen was de moeder van de doodgeschoten messentrekker, die haar zoon tot „martelaar” en „held” bestempelde en zei te hopen „dat de Palestijnse jeugd zijn pad zou volgen.” De Palestijnse Autoriteit hekelt Joodse kolonisten die zich op de Westoever vestigen, die –volgens de VN– illegaal door Israël wordt bezet.
Vader Amichai, een wijnverbouwer, draagt stoffige kleren en afgetrapte schoenen. Dat is geheel in lijn met de shiva – de orthodox-Joodse rouwperiode van zeven dagen, waarin directe naasten van de overledene zich bijvoorbeeld niet wassen, geen muziek luisteren en het huishouden overlaten aan de gemeenschap.
Moeder Rena is niet in staat om te reageren en houdt zich op een stoel in een hoek van het huis afzijdig van alle aandacht en drukte. Grootmoeder Aranoff doet voor haar het woord, terwijl vele vriendinnen van Hallel in en uit lopen. „Ze was uitstekend op school, hield van dansen en had net haar bat mitswa gedaan”, zegt ze trots. De avond voorafgaand aan het drama trad Hallel nog op met een dansgroep in Jeruzalem.
Ziet Aranoff het nog goed komen tussen haar volk en de plaatselijke Arabieren? „Als zij vrede hadden gewild, hadden we allang vrede gehad. Er zijn nu geen capabele Palestijnse leiders om vrede mee te sluiten en de nieuwe generatie wordt opgevoed met haat.”