Dat bleek donderdagmorgen uit cijfers van de NVM. Volgens de makelaarsorganisatie wisselden de afgelopen drie maanden circa 55.000 woningen van eigenaar: 15 procent meer dan een jaar geleden en een nieuw verkooprecord.

Gestuwd door de lage rente stegen ook de prijzen. Vergeleken met het vorige kwartaal werd er voor de gemiddelde koopwoning 2,7 procent meer betaald. Sinds vorig jaar zijn woningen nu 5,6 procent in prijs gestegen. Gemiddeld ging een koopwoning in het tweede kwartaal voor 234.000 euro van de hand. Daarmee ligt de huizenprijs nog bijna 7 procent onder het niveau bij de start van de crisis in 2008, maar inmiddels wel 14 procent hoger dan op het dieptepunt in 2013.

Het aantal woningen dat in Nederland te koop staat neemt steeds sneller af. Ook worden woningen steeds sneller verkocht; gemiddeld in 90 dagen, 21 dagen minder dan een jaar geleden. Bijna 13 procent van de woningen wordt inmiddels boven de vraagprijs verkocht.

Desondanks sloeg de NVM vanmorgen bij de presentatie van haar cijfers een verontrustende toon aan. Volgens NVM-voorzitter Ger Jaarsma wordt „de tweedeling op de woningmarkt” steeds groter. „De verschillen in Nederland zijn groot en worden steeds groter, met regio’s die het goed doen en regio’s die stelselmatig achterblijven. Ook het aanbod –koop én huur– is niet toegerust om tegemoet te komen aan ieders woonwensen. Vooral de starters krijgen in toenemende mate problemen om aan een betaalbare koopwoning te komen. Dat is zorgelijk.”

In de regio Amsterdam worden bijvoorbeeld al een op de twee woningen boven de vraagprijs verkocht. De prijzen stegen er het afgelopen jaar met 16 procent.