Google en Apple werken ook aan zulke apparaten. Ze gebruiken een techniek die ‘augmented reality’ heet, toegevoegde realiteit. De beelden worden in de echte wereld geprojecteerd, als een soort hologram.

Ate van der Meer van Snakeware legt uit: „Je hebt nu virtual reality. Dan zet je een kastje voor je ogen en sluit je jezelf af voor de werkelijkheid. Augmented reality gaat veel verder. Je staat midden in de echte wereld en voegt er een laag aan toe.”

Gebruikers bedienen de HoloLens met handgebaren, die door het apparaat worden gescand. „Een handgebaar is universeler dan taal. Iedereen voelt intuïtief aan hoe je iets groter of kleiner moet maken, hoe je iets selecteert en hoe je naar een volgende pagina gaat”, aldus Van der Meer.

De mogelijkheden van ‘augmented reality’ zijn eindeloos. Meerdere mensen kunnen samen een voorwerp virtueel ontwerpen. Ze kunnen er van alle kanten naar kijken en de vorm zo vaak veranderen als ze willen. En als ze tevreden zijn, kan het ontwerp meteen naar een 3D-printer. Een museum kan naast een schilderij een wit doek projecteren, zodat bezoekers met eigen ogen zien hoe iemand als Rembrandt een kunstwerk stapje voor stapje heeft opgebouwd. Winkels kunnen hun klanten extra informatie geven. Wie in een lege, kale woonkamer staat, kan naar hartenlust schuiven met meubels, tot de inrichting helemaal in orde is.

Op school worden lessen interactiever. Een leraar kan de klas bijvoorbeeld laten zien hoe de vulkaan Vesuvius bijna 2000 jaar geleden uitbarstte en Pompeii verwoestte, of hoe Nederland eruit ziet als de zeespiegel stijgt. Het is ook mogelijk om de HoloLens te koppelen aan bijvoorbeeld een smartphone. Dan zie je e-mails en foto’s voor je en kun je op die manier whatsappen en skypen.

En dat is de toekomst. Van der Meer: „Over een tijdje vinden we het raar dat we ooit met een toetsenbord, een muis en een beeldscherm hebben staan rammelen. Die zijn dan verleden tijd. We werken dan echt in de ruimte om ons heen. De grenzen tussen de fysieke wereld en de digitale wereld verdwijnen.”