Verpleeghuiszorg gebaat bij meer ruimte voor toewijding
Voor ingewijden bevatte het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over verpleeghuizen geen nieuws. De zorg faalt in een aanzienlijk aantal instellingen. Bij 38 van de 150 onderzochte tehuizen houdt de inspectie de vinger aan de pols en 11 andere staan onder verscherpt toezicht. Kortom, een op de drie van de 150 instellingen heeft de boel niet op orde. Je vader of moeder zal er maar zitten.
De oorzaken van de falende zorg zijn ook allang bekend. Het ontbreekt aan kennis, tijd en geld. De deskundigheid van personeel is onder de maat. Daardoor worden er fouten gemaakt bij het toedienen van medicijnen. Alles moet ook zo efficiënt mogelijk, waarbij soms het welzijn van de bewoners moet wijken voor het bereiken van bezuinigingsdoelstellingen.
Daar bovenop komen nog eens allerlei veranderingen. Ingrijpend was de omslag die onder dit kabinet werd gemaakt van verpleeghuizen die meer algemene pleegzorg bieden naar specialistische centra die zich slechts beperkt onderscheiden van hospices. Dat vraagt specialistische kennis van het personeel. In ieder geval blijkt uit het rapport van maandag –opnieuw– dat er voor die omslag te weinig tijd was.
Meer geld, betere opleiding, meer toezicht en dat ook graag zo snel mogelijk. Zoals altijd in dit soort omstandigheden verlangen politici altijd van de verantwoordelijke minister dat hij maatregelen neemt, vooral harde die dan ook snel tot zichtbaar resultaat moeten leiden.
Snelheid is inderdaad geboden als er sprake is van levensbedreigende dan wel risicovolle omstandigheden. En daar is in een aantal gevallen inderdaad sprake van. Terecht dat kinderen van verpleeghuisbewoners dan verlangen dat er snel wordt ingegrepen.
Maar in het algemeen geldt ook hier: haastige spoed is zelden goed. Zeker, er moet meer geld voor de verpleeghuiszorg komen. Iedereen weet dat het werken in de zorg pittig is, maar het is ook bekend dat werken in een verpleeghuis extra zwaar is, zowel fysiek als mentaal. Dat kun je niet afdoen met een betrekkelijk laag salaris voor verpleegkundigen en artsen. Er zal dus op het terrein van salariëring echt iets moeten veranderen.
Maar er is meer. Wie zijn dagwerk maakt van het verplegen van hoogbejaarden zal daarvoor innerlijk gemotiveerd moeten zijn. Het is niet zomaar een baan; het is een baan die extra inzet vergt. Het verzorgen en verplegen van mensen die in de afbraak van hun leven zijn en hen nabij zijn in de stervensfase eist hartelijke toewijding die niet gedijt op een bodem van geldzucht en carrièredrang. Dan gaat dit werken met soms moeilijk bereikbare en tegendraadse ouderen tegenstaan.
Toewijding moet groeien. Ze moet voortkomen uit een bewogen hart. Je bereikt dit niet met stevige beleidsmaatregelen en zeker niet met het invoeren van nieuwe controleregistraties. Alleen wanneer er in zorg- en verpleegschema’s tijd wordt vrijgemaakt voor het persoonlijke contact met patiënten kunnen verpleegkundigen dat extra van henzelf geven. Dat leidt tot kwaliteitsverbetering. Die investering kost geld maar is het waard.