Opinie

Rusland waardeert NAVO-expansie niet

Dmitri Trenin schildert een vrij positief beeld van de toekomstige samenwerking tussen de NAVO en Rusland (RD van 9 april). Hij acht het reëel dat Rusland de komende vijftien tot twintig jaar een nauwe band met de NAVO zal hebben. De werkelijkheid zal weerbarstiger zijn, is de mening van drs. Willem Schneider.

14 April 2004 14:27Gewijzigd op 14 November 2020 01:08

De nieuwe secretaris-generaal van de NAVO, De Hoop Scheffer, bracht vorige week een bezoek aan president Poetin. Of zijn kalmerende woorden over de stationering van enkele F-16-straaljagers in de Baltische landen de haviken in Moskou hebben gerustgesteld, is de vraag.

De Russische protesten zijn overigens merkwaardig, omdat deze F-16’s geen bedreiging voor de Russische nationale veiligheid vormen. Hun onrust lijkt veel meer te worden ingegeven door de snelle expansie van de NAVO naar het oosten. Vorige week uitte de Russische minister van Defensie, Sergei Ivanov, in de New York Times zijn zorg over deze snelheid. Verder beloofde generaal Yury Baluyesky, de eerste plaatsvervanger van de chef-defensiestaf, onlangs dat Rusland een „adequaat antwoord” zal geven op de uitbreiding van de NAVO.

Wantrouwen

Betekent de retoriek over deze kwestie dat Rusland en de NAVO een nieuwe periode van confrontatie aangaan? Ik denk het niet. Maar ik ben het ook niet eens met Dmitri Trenin. Hij schetst een wel heel positieve ontwikkeling. Hij veronderstelt dat de bestaande problemen door intensieve samenwerking tot een oplossing worden gebracht. De situatie ligt wat genuanceerder.

De Russische militaire elites zullen accepteren dat ze tegen de uitbreiding van de alliantie niets kunnen doen. Maar dat betekent niet dat zij deze expansie waarderen. Sinds 1997, toen Rusland en de NAVO hun samenwerking door middel van een stichtingsakte in Parijs bekrachtigden, is de relatie aanzienlijk verbeterd. Dat is waar. Anderzijds bestaat er bij de Russische legerleiding ten aanzien van de NAVO een stuk wantrouwen. Een exponent van deze sceptici is minister Ivanov. Hij vroeg zich in de New York Times van 7 april af waarom deze organisatie, die ontworpen was als reactie op de Sovjetdreiging, nu nog steeds nodig is. Het bestaansrecht van de NAVO ter discussie stellen lijkt me geen goede basis voor het vinden van een goede formule om te komen tot constructieve samenwerking, zoals Trenin veronderstelt.

Is het snelle tempo van de uitbreiding een consequentie van de veranderde NAVO-strategie? Het is duidelijk dat deze strategie is aangepast. Tijdens de Praagse topconferentie in 2002 gaf de alliantie zichzelf toestemming militaire acties te ondernemen buiten het NAVO-grondgebied.

Het lijkt er veel op dat de NAVO zich dit recht voorbehoudt zonder toestemming van de Verenigde Naties. Binnen de NAVO wordt gezegd dat het NAVO-lidmaatschap niet meer is wat het was. Van de lidstaten wordt verwacht dat zij nu alle (in)direct bijdragen aan hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de problemen in de wereld. In dat kader kan wellicht de medewerking gezien worden van de nieuwe lidstaten aan de verplaatsing van militaire bases naar het oosten.

De grote snelheid waarmee de NAVO zich uitbreidt, de verplaatsing van militaire bases naar Polen en andere Oost-Europese landen in combinatie met de mogelijkheid van een ”pre-emptive strike” (preventieve aanval) van de NAVO versterkt het wantrouwen bij de Russische militairen. Ivanov hierover: „Als het principe van de pre-emptive force in de internationale betrekkingen als legitiem wordt gezien, heeft Rusland geen andere keuze dan zich aan te passen, om zijn nationale belangen te verdedigen. Elke mogelijke winst verbleekt bij het verlies dat de NAVO-Russische relatie oploopt.”

Nationale belangen

De geschiedenis heeft laten zien dat elke grootmacht streeft naar een ”cordon sanitaire”, een bufferzone bestaande uit (zwakke en) afhankelijke staten. Doen zich in een van deze aangrenzende staten problemen voor, dan zal ook een gemoderniseerd Rusland niet graag zien dat de NAVO een ”pre-emptive” aanval uitvoert. Volgens Trenin zal een modern Rusland met de NAVO in een aantal Euraziatische gebieden komen tot een hechte vorm van samenwerking. Of deze vorm inderdaad zo hecht zal zijn, valt te betwijfelen. Zowel Rusland als de NAVO-lidstaten hebben nationale belangen die deze samenwerking kunnen tegenwerken. Zo heeft Rusland grote economische belangen in diverse GOS-landen, waar het veel grondstoffen vandaan haalt. Verder zie ik Rusland in Tsjetsjenië niet hecht met de NAVO samenwerken.

Tegengestelde belangen zien we ook bij de uitvoering van het Verdrag ter vermindering van de conventionele troepen in Europa (CFE-verdrag). De Baltische staten hebben het in 1990 totstandgekomen verdrag nog niet getekend. Ze zijn daartoe wel bereid. Het verdrag kan alleen in werking treden als ook Rusland zich aan zijn beloften houdt. Met name gaat het dan om de terugtrekking van twee militaire bases in Georgië en het terugtrekken van de troepen uit de afgescheiden republiek Transdnetrië in Moldavië.

De Russen weigeren dit, omdat zij dat nu niet zouden kunnen betalen. Vanwege financiële redenen zou terugtrekking pas over vijftien jaar aan de orde zijn! Een onbegrijpelijke redenering. In 2003 besteedde de regering namelijk 3,84 miljard dollar aan militaire wapenaankopen. Het meeste geld ging naar het ontwikkelen van strategische kernwapens. Dat zijn wapens die Rusland nu niet nodig heeft. Als het doel is de komende tijd nauwer samen te werken met de NAVO, waarom zijn deze investeringen in de kernwapens dan nodig? Men maakt geld vrij voor prestigieuze kernwapenprojecten zoals de raket Topol-M (bereik: 10.000 km) en moderniseringsprogramma’s voor andere kernwapens tot 2030.

Versnelde terugtrekking

Dat lijkt mij ongewenst als de Russische regering hoge prioriteit wil geven aan een dialoog met de vroegere vijand. Minister Ivanov lijkt meer vertrouwen te hebben in de modernisering van strategische kernwapens, omdat, zoals hij schreef, „alleen zulke wapens onze soevereiniteit en veiligheid kunnen garanderen. Ze maken pogingen om militaire druk op Rusland uit te oefenen absoluut zinloos.”

Zulke uitgaven vertroebelen de atmosfeer waarin wordt getracht de relaties tussen de NAVO en Rusland te verbeteren. Een aanzienlijke verbetering ontstaat als het geld gebruikt zou worden voor een versnelde terugtrekking van de Russische troepen uit Georgië en Transdnetrië!

De auteur is beleidsonderzoeker van de Tweede-Kamerfractie van de ChristenUnie en was eerder werkzaam als stafmedewerker van de vaste commissies voor buitenlandse zaken en voor defensie in de Tweede Kamer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer