Topdrukte in de bakkerij? Dan springt de hele familie bij
Als je de deur van de bakkerswinkel aan de haven in Schoonhoven opent, komt de geur van gebak en brood je tegemoet. Zo rook het er in 1922 ook. In dat jaar kwam de naam Kok op de gevel te staan. En die naam siert het pand nog altijd.
De bakkerswinkel toont ruim en overzichtelijk. Zelfbediening is hier het devies. Gehaast of op je gemak; het kan allemaal. Achter de kleine toonbank staat een werknemer, familie uiteraard. Want behalve de geur van brood en banket ademt het bedrijf de familiesfeer.
Jan-Hendrik Kok (46) is samen met zijn vrouw Sonja (43) de huidige eigenaar van het bedrijf. Gekleed in traditionele bakkersbroek met blauw-witte ruit schuift hij een paar desembroden in de oven. „Mensen willen tegenwoordig gezonder en beter brood. In desembrood zit bijna geen gist, het is gezonder en lekkerder.”
Als Kok over zijn vak praat, is hij bijna niet te stoppen. En dat is niet vreemd. Als klein jongetje liep hij hier al rond, werkte elk vrij uurtje mee en werd op zijn zestiende jaar officieel werknemer bij zijn vader en oom. „Ik heb een klein poosje bij een andere bakker gewerkt, maar toen mijn vader ziek werd, ben ik definitief ons bedrijf ingegaan. En ik zit er nog steeds, met alle plezier.”
Monumentaal
Haven 57 is een monumentaal pand langs de gracht. De historie leert dat hier al in 1600 een bakkerij was gevestigd. Lang heeft het een andere functie gehad, tot bakker Kok er in 1929 introk met zijn gezin. „Dat was mijn opa. Mijn overgrootvader, Bart Kok, begon in 1892 een bakkerij in Bergambacht. Twee zoons werden bakker, van wie mijn opa er één was.”
Opmerkelijk is dat het bakkersbloed ook door de aders van Koks oma stroomde. „Mijn betovergrootvader Cornelis Gerrit van den Berg begon in 1870 zijn bakkerij in Stolwijk. Zijn zoon, ook een Cornelis Gerrit en ook bakker, vertrok naar Bergambacht om daar een bakkerij te beginnen. Een dochter van hem, mijn oma dus, trouwde in 1922 met Johannes Hendrikus Kok.”
Eerst betrokken opa en oma Kok in Schoonhoven een ander pand, maar dat was al snel te klein vanwege het aantal kinderen. „Daarom kochten ze in 1929 Haven nummer 57. Natuurlijk is er in de loop der jaren wel wat verbouwd, maar het gebouw is nog altijd hetzelfde. Voor mij is het bijzonder om nog altijd op plek te werken waar mijn opa en vader ook hun brood hebben gebakken.”
Venten
Over dat brood gesproken; vroeger waren er drie soorten. Nu verkoopt bakker Kok meer dan vijftien varianten. Sonja Kok: „Spelt is even een hype geweest. Je merkt dat gezond eten belangrijk is. Daar probeer je op in te spelen.” De familie veert mee met de tijd, en dat werkt. Kok: „We zetten stevig in op sociale media. Waar mijn vader langs de weg ging om te venten, gaan wij met speciale aanbiedingen langs de digitale deur. Je merkt dat dit bestellingen via de webshop oplevert, maar ook aanloop in de winkel.”
Vooral rond feestdagen is het topdrukte in de bakkerij. Maar juist dán komt de kracht van een familiebedrijf naar boven, ervaren Kok en zijn vrouw. „Ik heb drie zussen, die we altijd kunnen vragen om mee te helpen. Dan staan ze direct klaar.”
Over opvolging hebben de Koks zich nooit zorgen gemaakt. „Dat is gelopen zoals het ging.” Sonja vult aan: „Onze kinderen lopen hier ook al regelmatig rond. Koekjes inpakken, dat soort werk. Je weet natuurlijk niet hoe zich dat ontwikkelt, dat zien we wel.”
Op de vraag of de christelijke waarden van het bedrijf al die jaren bewaard zijn gebleven, antwoord Sonja Kok volmondig ja. Als voorbeeld noemt ze de zondag, maar ook een feest als Halloween. „Veel middenstanders gaan hierin mee en verdienen eraan. Wij doen dat niet, ook al vragen klanten erom. Zo’n feest hoort niet bij de christelijk waarden van ons bedrijf.”
Kok loopt naar de winkel en komt terug met dé specialiteit van zijn bakkerij: de Schoonhovense gekruyde Fonteynkoeck. Hoe ze die maken? „Dat blijft ons zorgvuldig bewaarde geheim.”
Dit is het derde deel in een serie over familiebedrijven. Volgende week maandag deel 4.
Bedrijf: Bakkerij Kok in Schoonhoven
Opgericht in: 1892
Aan het roer: Jan-Hendrik Kok