Voordat minister Jet Bussemaker (Cultuur) zaterdagmorgen de deuren opende, stond er al een dikke rij voor de deur. Binnen een kwartier waren er al een kleine 2000 mensen binnen. De bezoekers konden behalve in de zaal waar de twee portretten hangen, ook in de rest van het museum terecht. In de avond werd het rustiger.

De schilderijen, die een prominente plek naast de Nachtwacht hebben gekregen, hangen de komende drie maanden in het Rijks. Daarna ondergaan ze een restauratie, waarop ze vervolgens afwisselend te zien zijn in het Louvre in Parijs en in Amsterdam.

Nederland en Frankrijk hebben de kunstwerken samen van een Franse particulier gekocht. Ze betaalden elk 80 miljoen euro voor de 2 meter hoge portretten, die in 1634 zijn gemaakt. De schilderijen zijn bijna vierhonderd jaar in privébezit geweest.

Een woordvoerster van het Rijksmuseum sprak zaterdagavond van een groot succes. „Het is een mooie score. Veel mensen waren erg benieuwd naar de aankoop en wisten precies waarvoor ze kwamen.” In het hoogseizoen trekt het museum in Amsterdam gemiddeld 5000 tot 6000 bezoekers per dag, met uitschieters naar 10.000 op een drukke dag.