„Marten en Oopjen zijn nu van ons allemaal” (fotoserie)
AMSTERDAM (ANP). „Het moet voor Marten en Oopjen even wennen zijn. Tot voor kort hingen ze altijd in intieme sferen bij particulieren en nu zijn ze publiek bezit. Zie ze daar eens naast de Nachtwacht. Vanaf vandaag zijn deze beroemde kunstwerken van ons allemaal.” Dat zei minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vrijdag bij de presentatie in het Rijksmuseum van de veelbesproken nieuwe aanwinsten van de hand van Rembrandt.
„De aankoop heeft heel wat voeten in aarde gehad. Ik wind er geen doekjes om, het was een enerverend proces”, aldus de minister. Aanvankelijk wilde Nederland namelijk beide schilderijen hebben, maar toen bleek dat ook Frankrijk op de doeken aasde, werd besloten ze gezamenlijk aan te kopen van de Franse familie De Rothschild. De landen betaalden elk 80 miljoen euro.
Rembrandt schilderde de 2 meter hoge huwelijksportretten van de schatrijke 23-jarige Marten Soolmans en de 21-jarige Oopjen Coppit in 1634. Volgens museumdirecteur Taco Dibbits is er maar één woord voor de werken: „ambitie”. „Rembrandt die hiermee op zijn 28ste solliciteerde naar het schilderen van schuttersstukken en de Nachtwacht acht jaar later voltooide. En ook dat hij Marten en Oopjen ten voeten uit schilderde.” In die tijd werden namelijk alleen vorsten op zo’n formaat weergegeven.
Dibbits raadt de bezoekers aan goed te letten op de details. „De prachtige wijze waarop hij steeds contrasten van licht naar donker creëert. Maar neem ook afstand en kijk hoe deze mensen daar staan en het eigenlijk net lijkt of ze bewegen. Hoe kan het dat in die tijd een schilderij zo levensecht was.”
„We zijn ontzettend trots dat we ze nu aan de wereld kunnen tonen”, ging de directeur verder. „Dit mag niet ergens weghangen in een kamer, dit moet voor iedereen zijn.”
De kunstwerken zijn tot en met 2 oktober te zien. Zaterdag is het Rijksmuseum speciaal voor de gelegenheid gratis toegankelijk van 09.00 uur tot 21.00 uur. Daarna worden ze in het Rijks gerestaureerd en komen ze afwisselend in het Louvre in Parijs en in Amsterdam te hangen.