Burgemeester Lambooij: Theorie hobbelt achter praktijk aan
PUTTEN. De Puttense burgemeester H. A. Lambooij is blij met de nota die zijn partij uitbracht. Maar hij denkt dat er in de politieke praktijk weinig zal veranderen.
„SGP-bestuurders handelen al jaren in lijn met hetgeen in deze nota staat. Het debat over de reikwijdte van de godsdienstvrijheid is voor mij een academische discussie waarmee de partij probeert met zichzelf in het reine te komen. Of om het –met enkele scribenten uit de nota– wat kritischer te zeggen: de theoretische onderbouwing hobbelt achter de praktijk aan.”
De burgemeester vindt dat zijn partij het vraagstuk daarom niet te groot moet maken: „Ik loop al verschillende jaren mee als wethouder en burgemeester, maar ik heb er nooit kritische vragen over gekregen van buitenstaanders.”
De betekenis van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de 21 woorden over het weren en uitroeien van valse godsdiensten zijn voor de politieke praktijk beperkt, zo stelt Lambooij. „Artikel 36 is een geloofsbelijdenis van de kerk. De SGP draagt uit dat het alle mensen betaamt de Heere te vrezen. Maar je mag anderen niet de ruimte ontnemen waarvan je ook zelf gebruikmaakt. Daarmee zeg je niet dat alle politieke overtuigingen en religies evenveel waarde hebben. Integendeel, in het politieke debat heb je alle mogelijkheden om je overtuiging naar voren te brengen.” Lambooij adviseert SGP’ers op dit punt een niet te grote broek aan te trekken: „De verdeeldheid van het protestantisme pleit niet in ons voordeel.”
Of er dan nog verschil is met de ChristenUnie? Lambooij: „Dat is een lastige. Dat zeg ik niet alleen omdat ik me vanuit mijn positie als burgemeester op de vlakte moet houden. Het is in ieder geval meer dan klankkleur. Zie het kritische statement over de islam dat een SGP-raadslid in Kampen gaf nadat hij medewerking had verleend aan de totstandkoming van een moskee.”
Eigenlijk kan Lambooij maar één nadeel van de nota noemen: „Hij is te laat uitgekomen. Maar dat is wel verklaarbaar; het heeft te maken met de emancipatie van de partij. Die kost tijd.”