Rust op de achterbank dankzij ”Young Scientist Vakantieboek”
Nieuwsgierige kinderen houden aan het begin van de vakantie niet ineens op met nieuwsgierig zijn, meent de redactie van het populairwetenschappelijk tijdschrift New Scientist. Speciaal voor hen maakte ze een vakantieboek met een wetenschappelijk sausje.
Ondanks het feit dat de iPad steeds meer oprukt op de achterbank, laten uitgevers zich er niet van weerhouden om elk jaar aan het begin van de zomer tientallen vakantieboeken op de markt te brengen. De ingrediënten zijn voorspelbaar: voldoende puzzels, strips, verhaaltjes, moppen en weetjes om kinderen een paar uurtjes zoet te houden.
Een opvallende uitgave dit jaar is het ”Young Scientist Vakantieboek”, samengesteld door een team van wetenschapsjournalisten. Die gaan ervan uit dat veel kinderen het prachtig vinden om overgoten te worden met een stortvloed aan feiten en pittige puzzels, en daar zouden ze weleens gelijk in kunnen hebben.
Met het boek op schoot maakt de jonge lezer een denkbeeldige reis naar een aantal populaire vakantiebestemmingen. Daar horen ook exotische plaatsen zoals Antarctica en de planeet Mars bij. De stukjes tekst zijn door hun wetenschappelijke insteek erg leerzaam, en dat is absoluut geen synoniem van saai. Ooit een vakantieboek gezien waarin tot in detail wordt uitgelegd hoe het komt dat het in Engeland een uur vroeger is dan in Nederland?
”Young Scientist Vakantieboek” is niet alleen een leesboek, maar door de vele landkaarten met feitjes en getallen ook een kijkboek en zelfs een leerboek. Bij elke bestemming zit een pagina met woorden en zinnetjes in de taal van het land, compleet met tips voor de uitspraak. Leuk als je precies naar dat land op weg bent, maar anders niet zo zinvol en wellicht een reden om die pagina’s links te laten liggen.
Laat je een clubje wetenschapsjournalisten een vakantieboek maken, dan is het niet verwonderlijk dat in elk hoofdstukje een toonaangevende wetenschapper van het desbetreffende land de aandacht vraagt. De keuze is –met Darwin voor Engeland en Einstein voor Duitsland– weinig verrassend. Of het moet bij Mars zijn, waar Christiaan Huygens in het zonnetje wordt gezet. Niet als Marsbewoner, maar als iemand die in de zeventiende eeuw met zijn zelfgeslepen telescooplenzen details op het planeetoppervlak waarnam die niemand ooit had gezien.
Een leeftijdscategorie wordt er niet genoemd, maar die zal ergens rond de tien jaar liggen. Het niveau van de puzzels is divers, van geheime codes die flink wat tijd kosten om te kraken tot eenvoudige van-punt-naar-punttekeningen. De laatste zijn wellicht te simpel voor de doelgroep, maar het zou zomaar kunnen dat een kind van twaalf het heerlijk vindt om op de warme achterbank even niet zo hard na te hoeven denken.
Zoals in elk vakantieboek staat er om de paar pagina’s een –soms wel erg flauwe– mop ter ontspanning. Op een enkele uitzindering na zit er in de grappen geen knipoog naar de wetenschap. Een gemiste kans, want ze zijn er vast. Waarom zouden wetenschappers geen humor hebben?
De prijs van ”Young Scientist Vakantieboek” is met 12,50 euro aan de forse kant voor een vakantieboek. Daar staat tegenover dat het een zon-zee-en-zandbestendige uitgave is die bij thuiskomst een plekje in de boekenkast verdient. Want de weetjes die de nieuwsgierige vakantieganger later misschien nog eens wil nalezen, kunnen stuk voor stuk aanleiding zijn voor een flitsend werkstuk of een pakkende spreekbeurt. Maar de gedachte daaraan is op de achterbank natuurlijk ver weg.
Boekgegevens
”Young Scientist Vakantieboek”, Yannick Fritschy e.a.; uitg. Veen Media, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 8571 562 7; 100 blz.; € 12,50.