Europa weert sinds 1983 het bont van de jongste zeehonden. Maar dat is niet voldoende, zo vinden de fracties van CDA, PvdA, GroenLinks en SP. Met een totaalverbod protesteert Europa in de ogen van de Kamerleden duidelijk tegen de verhevigde jacht op ruim 300.000 jonge zeehonden, die de Canadese regering dit jaar toestaat.

Het huidige importverbod van zeehondenbont bemoeilijkt maar amper de handel hierin. Volgens een woordvoerder van de GroenLinks–fractie valt 95 procent van alle verhandelde zeehondenpelzen buiten het verbod. Kamerlid Van Velzen van de SP–fractie vindt om die reden dat Nederland het importverbod moet uitbreiden net als België dat hiervoor een plan in voorbereiding heeft.

Volgens PvdA–Kamerlid Samsom is dit nationaal verbod een goede ’symbolische maatregel’, die gevolgd moet worden door een totaal importverbod in Europa. In een brief aan ministers Bot en Veerman stelt zijn fractie dinsdag voor het Nederlands EU–voorzitterschap te gebruiken om het bestaande verbod uit te breiden. Ook Ormel van de Kamerfractie van het CDA vindt een Europees verbod een ’goed en krachtig protest’ tegen de ’verwerpelijke’ jacht op de jonge zeehondjes.

VVD–Kamerlid Oplaat noemt het pleidooi ’symboolpolitiek’ en vindt dat er geen verboden moeten worden ingesteld die niet te controleren zijn.

De komende drie jaar mogen in Canada 975.000 zeehonden gedood worden. Het bont gaat voornamelijk naar Rusland en China. Binnen Europa zijn Griekenland en de toekomstige lidstaat Polen de grootste importeurs van de Canadese pelzen.