Een donker randje krijgt het wel door het besluit van de Britten om uit de EU te stappen. Al „heeft het Nederlandse voorzitterschap daar natuurlijk geen invloed op gehad”, verdedigde premier Mark Rutte zich in Brussel.

Een ambitieuze agenda had Den Haag en om concrete resultaten te boeken werden meer dan gebruikelijk formele en informele bijeenkomsten op de agenda gezet. Nederlandse ministers, diplomaten en ambtenaren werkten zich de afgelopen zes maanden als voorzitters van 1650 vergaderingen in het zweet.

Tot de ‘kroonjuwelen’ behoort, volgens Nederland, de „succesvolle” afspraak dat Turkije vluchtelingen vanuit Griekenland terugneemt en de EU daarvoor in ruil Syrische vluchtelingen opneemt. Ook de snelle oprichting van een Europese kust- en grenswacht, de richtlijn over belastingontduiking en wetgeving voor databescherming worden gevierd als een succes.

Er werd ook resultaat behaald op minder in het oog springende dossiers als antimicrobiële resistentie, open toegang tot door de overheid gesubsidieerd wetenschappelijk onderzoek en een politiek akkoord voor herziening van de pensioenrichtlijn.

Maar er waren eveneens teleurstellingen. Zo werd geen akkoord bereikt over lagere nationale plafonds voor luchtvervuiling. De zogenoemde detacheringsrichtlijn, die regelt dat werknemers die tijdelijk in een ander EU-land werken gelijk worden beloond als hun collega’s in het gastland, kreeg een ‘gele kaart’ van meerdere nationale parlementen.

Ook de voorlopige blokkade van de visumliberalisering van Turkije, Georgië, Oekraïne en Kosovo had Nederland liever voorkomen. Ten slotte is het gebrek aan de beloofde herverdeling van vluchtelingen vanuit Italië en Griekenland over Europa volgens een hoge diplomaat „onaanvaardbaar.”