Tussen 2010 en 2015 werd het vliegverkeer in Europa 167 keer getroffen door een staking van luchtverkeersleiders. Dat komt neer op één verstoring per dertien dagen. De Fransen maken het veruit het bontst, gevolgd door de Grieken, Italianen en Portugezen. Door al die stakingen konden in totaal 30.000 vluchten niet doorgaan. Meer dan 2 miljoen reizigers werden daarvan de dupe.

Toeristen gaven daardoor naar schatting 5,6 miljard euro minder uit in Europa. Het verlies aan productiviteit door langere vlieg- en wachttijden kostte volgens de onderzoekers zo’n 3,3 miljard euro. Luchtvaartmaatschappijen liepen ruim een half miljard euro aan omzet mis.

De luchtverkeersleiders voeren actie tegen pogingen om het beheer van verkeersstromen in het Europese luchtruim beter te stroomlijnen. Het is al jaren een vurige wens in de luchtvaartbranche dat landen vliegroutes en het toezicht vanaf de grond beter op elkaar afstemmen, zodat ze niet langer onnodig om hoeven te vliegen. Ook verzet de beroepsgroep zich in veel landen tegen bezuinigingen op de arbeidsvoorwaarden.

De stakingen van luchtverkeersleiders vormen volgens A4E, waarin de grootste luchtvaartbedrijven van Europa verenigd zijn, een grote belemmering voor het vliegverkeer. De betrekkelijk nieuwe brancheorganisatie dringt bij nationale overheden en in Brussel aan op actie.