Commentaar: Britse toekomst buiten EU is zinvol experiment
De Britse kiezer zoekt zijn toekomst buiten de Europese Unie. Toen premier Cameron het referendum van donderdag uitschreef, wist hij dat hij een risico nam dat het tot een ”brexodus” zou komen. En dat is dus nu gebeurd.
Deze keuze van het Britse volk gaat in tegen zo’n beetje alle adviezen uit de rest van de wereld. Europese leiders en mensen als de Amerikaanse president Obama hebben dit dringend afgeraden. Maar dat lijkt de Britse kiezer alleen maar vastbeslotener te hebben gemaakt.
In veel doemscenario’s moeten de Britten inkomen inleveren. Dit zijn echter allemaal economische prognoses. Vele daarvan komen nooit uit, omdat de hele wereld doorlopend verandert.
Bovendien beperkt dit scenario zich tot de portemonnee. Voor de Britten speelt ook een sterk immaterieel motief, namelijk nationale zelfstandigheid. Ze wantrouwen instructies vanuit een EU met een gapend democratisch gat, en trekken het initiatief weer naar Londen.
Een Britse toekomst buiten de EU is op zijn minst een zinvol experiment. Vanuit Europa wordt vrijwel altijd de indruk gewekt dat er buiten de EU geen vrede en welvaart bestaan. De meerderheid van de Britten gelooft dat niet. Dat is hun goed recht. Bovendien moet nog maar bewezen worden dat de EU echt onmisbaar is voor geluk en welzijn. Het kan best zijn dat dit uiteindelijk helemaal niet waar blijkt te zijn.
Europese landen als Noorwegen en Zwitserland hebben zich nooit bij de EU willen aansluiten. Door de jaren heen is deze landen ook allerlei tegenspoed in het vooruitzicht gesteld, maar in economisch opzicht liggen ze eerder voor op het EU-gemiddelde dan dat ze achterblijven.
Nu zijn Noorwegen en Zwitserland kleine landen in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk. Of ook een groot land buiten de EU kan bloeien, moet nog blijken. Maar het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat de Britten aan de bedelstaf zullen raken. De potentie van een groot land met wereldwijde relaties moet niet worden onderschat.
Uit de Britse keus blijkt ook een herwaardering van de nationale identiteit. In de kring van EU-liefhebbers wordt weleens de indruk gewekt dat vaderlandsliefde ons alleen maar fascisme brengt. Aan de Britten is nu de eer om te tonen dat dit onzin is. Zij mogen bewijzen dat de nationale staat vrede en veiligheid kan brengen.
De voorstanders van een brexit stellen dat de EU alle contacten met andere landen wil sturen en dat Londen niet vrij zou zijn in contacten met bijvoorbeeld China of Argentinië. Een vertrek uit de EU zou contacten met de rest van de wereld makkelijker moeten maken. Ook dit moet natuurlijk bewezen worden.
Vanuit de rest van de EU klinkt teleurstelling over de Britse keuze. CU-SGP-Europarlementslid Van Dalen sprak van een „gitzwarte dag.” Dat is begrijpelijk. De kleine christelijke partijen voelen zich verbonden met Camerons koers van ”samenwerking ja, superstaat nee”. Bovendien heeft deze stap gevolgen voor de door Britten gedomineerde ECR-fractie waartoe CU en SGP behoren. Maar de kiezer heeft anders gesproken.