De drie terreurverdachten werden aangehouden nadat Frankrijk aan Nederland om de arrestatie van B. had gevraagd. In het appartement aan de Rotterdamse Burgemeester Meineszstraat waar hij verbleef vond de politie zo’n 45 kilo munitie, waaronder vooral kogels voor kalasjnikovs. „Het gaat om duizenden patronen”, aldus de aanklager.

Hij benadrukte dat er „tot nu toe” geen enkele aanwijzing is, dat de verdachten een aanslag op Nederlands grondgebied wilden plegen. De Franse autoriteiten beschouwen B. als een kompaan van Reda Kriket, die in maart in een voorstad van Parijs werd opgepakt. Na zijn arrestatie en een huiszoeking in zijn woning meldden de Franse autoriteiten dat hij vergevorderd was met het voorbereiden van een aanslag. Kriket had daar namelijk zware wapens en explosieven.

Verdachte T.I. (44) is de bewoner van het Rotterdamse appartement waar in de garagebox van die woning de zware munitie werd gevonden. Hij ontkent zijn betrokkenheid bij terrorisme in alle toonaarden. „Ik ben belazerd door die mensen, ik wist het echt niet”, zei hij tegen de rechters.

Volgens I. heeft hij B. begin januari ontmoet in Rotterdam en hem een slaapplaats gegeven. Anis B. is in zijn ogen de enige die de munitie in de kelderbox kan hebben gelegd. Hij heeft niets van de aanvoer van de kogels gemerkt, beweert I.

Ook de andere Algerijn T.G. (47) beweert stellig dat hij niets met terrorisme te maken heeft. „Wat de officier van justitie zegt is onzin. Ik zit hier eigenlijk voor niets.”

De rechtbank vindt de verdenkingen tegen I. en G. zo ernstig dat de twee in voorarrest moeten blijven zitten. Omdat politie en justitie nog „intensief” onderzoek doen is de zaak tegen de twee voor onbepaalde tijd aangehouden.