Kleine verliezen op Wall Street
NEW YORK (ANP). De beurzen in New York stonden woensdag halverwege de sessie overwegend licht in de min. Beleggers op Wall Street lieten zich sterk leiden door alle speculaties rondom het Britse referendum van donderdag.
De Dow-Jonesindex stond omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,2 procent lager op 17.888 punten. De brede S&P 500 stond vlak op 2088 punten en technologiebeurs Nasdaq zakte 0,1 procent naar 4838 punten.
De graadmeters gingen aan het begin van de handelsdag nog licht omhoog, maar het sentiment sloeg om na het naar buiten komen van een nieuwe peiling. Daaruit bleek toch weer een kleine meerderheid voor een Brits vertrek uit de EU. Eerdere peilingen wezen de laatste tijd telkens op een overwinning voor het kamp tegen een brexit.
Beleggers konden ook kauwen op uitspraken van Fed-voorzitter Janet Yellen. Ze waarschuwde opnieuw dat de vooruitzichten voor de economie onzeker zijn. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft verder zijn groeivooruitzichten voor de Amerikaanse economie wat verlaagd.
Grootse daler bij de Dow-fondsen was McDonald’s. De fastfoodketen leverde 1,9 procent in na het naar buiten komen van een tegenvallend analistenrapport. Ook oliereus Chevron deed het slecht, met een min van 0,9 procent. Farmaceut Merck won 1 procent en stond daarmee bovenaan de lijst.
Tesla Motors speelde bijna 9 procent aan beurswaarde kwijt. De bouwer van elektrische auto’s wil voor ruim 2,8 miljard dollar de producent van zonnepanelen SolarCity overnemen. SolarCity kreeg er daarom juist 4,5 procent bij. Analisten denken echter dat de aandeelhouders van Tesla weerstand zullen bieden tegen de overname.
Caravanbouwer Winnebago noteerde verder bijna 6 procent hoger, vanwege positief ontvangen resultaten. Cijfers van koeriersbedrijf FedEx en softwareproducent Adobe Systems vielen juist tegen. De ondernemingen verloren elk meer dan 4 procent.
De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde met 1,9 procent tot 48,89 dollar. Brentolie was 2 procent goedkoper op 49,62 dollar per vat. De euro werd verhandeld voor 1,1307 dollar, tegen 1,1285 bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag.