Josha Zwaan schrijft over impact ziekte van zoon Jim
Als ik de auteursnaam Josha Zwaan hoor, denk ik altijd aan haar debuutroman ”Parnassia”. Een heftig en mooi boek dat me bijgebleven is over een Joodse vrouw die helemaal vastloopt in het leven omdat haar wortels in haar jeugd zijn doorgesneden.
De auteur is in staat om boeiend te schrijven over mensen die psychische problemen hebben. De oorzaak ligt misschien in haar persoonlijke ervaring met terugkerende angstaanvallen en depressies, al zal haar professie als coach en procesbegeleider hier ook zeker een rol in spelen. De nadruk in haar eerdere werken liggen op beklemmende omgevingsfactoren die de mens maken tot wie hij is. In een interview stelt zij: „Ongeveer vijftig procent van de bevolking krijgt ergens in zijn leven last van psychische problemen. Daaruit kunnen we concluderen dat als we het zelf niet zijn, er in ieder geval een dierbare tot de ”zij” zal gaan behoren.” Josha Zwaan als schrijfster van het menselijk tekort.
”Zijspoor” is haar eerste non-fictieboek. Het is gebaseerd op de gebeurtenissen rondom haar zoon. Op 25 maart 2011 wordt haar zoon Jim opgenomen in het ziekenhuis, net als zij herstelt van een galblaasoperatie met ernstige complicaties. De arts stelt na onderzoeken vast dat de dan 21-jarige Jim lijdt aan een zeldzame auto-immuunziekte die zijn longen en nieren aantast. Als hij tijdens een operatie een longbloeding krijgt, zweeft hij maandenlang tussen leven en dood en pas als hij een donornier van zijn vader krijgt, gaat zijn gezondheid weer langzaam vooruit.
Het boek is gebaseerd op de aantekeningen van de auteur –Jims moeder– die anderhalf jaar lang een dagboek bijhoudt. Ze schrijft in het voorwoord dat woorden haar een schuilplaats boden waarin ze zich een paar uur per dag geborgen voelde. Ook het andere doel van haar boek benoemt ze: ze wil ouders van zieke kinderen herkenning en troost bieden.
Ze maakt de grote impact die een ziek kind op de ouders en omstanders heeft inzichtelijk. Hoe haar zoon zich gedraagt, hoe zij automatisch de rol van altijd aanwezige en beschikbare moeder inneemt, hoe ook voor haar man en de andere kinderen alles in het teken komt te staan van de zieke zoon en broer. Zolang Jim ziek is, is de adrenaline ruimschoots aanwezig in haar lijf en houdt ze naast zichzelf ook alle omstanders overeind. Ze is aanwezig, troost iedereen, zorgt en is tegelijkertijd zo assertief dat ze ook nog een lijst met klachten over de gang van zaken in het ziekenhuis opstelt. Haar wereld krimpt tot de ruimte van één ziekenhuisbed en de eigen woning. Wat zich daarbuiten afspeelt is van nul en generlei belang.
Als haar zoon goed reageert op de transplantatie van de nier van zijn vader en herstelt, is de balans bij de auteur zoek en slaan de angststoornissen toe. Posttraumatische stress, stelt de arts vast. De weg terug wordt gelopen, maar vraagt een lange adem.
Het thema van Zwaans boek is lichamelijke en psychische ziekte en de grote impact van beide. Mensen die ermee te maken hebben, zullen zich aangesproken voelen. Ook degenen die te maken hebben met orgaandonatie zullen zich zeker in dit boek herkennen. Zwaans stijl is direct, open, kwetsbaar en leerzaam. Het gekozen thema beschrijft ze goed. Door de informatieve kant van non-fictie staat de verbeelding op het tweede plan. Haar eerdere boeken maakten daarom een diepere indruk op me. Maar het is zo, ik kan geen appels met peren vergelijken en heb geduld. Er komt vast een volgend boek.
Boekgegevens
”Zijspoor. Een verhaal over een zieke zoon, troost en liefde”, Josha Zwaan; uitg. Ten Have, Utrecht, 2016; ISBN 978 90 2590 509 5; 190 blz.; € 19,99.