Joel R. Beeke schrijft gedetailleerd over de satan en zijn handlangers
De satan is niet een onpersoonlijke macht, maar een veelzijdige geest die zijn intellectuele vermogen, wil en emoties voortdurend aanwendt om het Gods kinderen tijdens hun pelgrimage op aarde zo moeilijk mogelijk te maken, schrijft de Amerikaanse theoloog dr. Joel Beeke in zijn boek ”Weersta de boze!”
Beeke schrijft gedetailleerd over wat hij noemt de persoonlijkheid van de satan en zijn demonische handlangers. Aan elke zin die hij optekent proef je hoezeer het hem ernst is de duivel te ontmaskeren als de grote tegenstander van de gemeente van Christus. Onder verwijzing naar een puritein zegt hij: „Drie namen van de satan komen voort uit zijn drie meest werkzame principes: een slang vanwege zijn listigheid, een leeuw vanwege zijn kracht, een draak vanwege zijn boosaardigheid.”
Volgens Beeke, directeur van het Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids, is het hoogst nodig dat christenen zich sterker bewust worden van de strijd waarin zij dagelijks zijn verwikkeld. Zeker, de satan is door Christus ”reeds” voorgoed overwonnen. Tegelijk geldt dat hij ”nog niet” definitief van het toneel is verdwenen. „Als u oprecht gelooft, dan haat de satan u, omdat u het beeld van Christus draagt.”
Oog hebben voor de strategieën van de satan is van het grootst belang, schrijft Beeke, zeker in een samenleving „die steeds goddelozer wordt en nu verzeild is geraakt in allerlei verslavingen en bindingen.” Voor vier strategieën vraagt hij in het bijzonder aandacht: de satan verleidt tot zonde, belemmert geestelijke discipline, geeft een verdraaid beeld van God en Zijn waarheid én werkt heiliging tegen.
Al is de satan niet almachtig, hij heeft wel veel macht en ervaring. „Zijn listen zijn als brandende speren en vurige pijlen”, aldus Beeke. Het opbouwen van een onbreekbare verdedigingslinie en het aanleggen van een actieve aanvalslinie zijn volgens hem daarom onmisbaar. Gelovigen moeten de demonen zowel defensief als offensief bestrijden.
Welke middelen staan hun ter beschikking? Voor het antwoord op die vraag gaat Beeke te rade bij wat de apostel Paulus in Efeze 6 schrijft over de geestelijke wapenrusting. Trefzeker tekent hij daarbij aan: „Christus Zelf maakte en droeg deze wapenrusting, en de Heilige Geest maakt haar passend voor ons en maakt haar tot ons eigendom.”
Op bezetenheid en occultisme gaat Beeke niet uitvoerig in. Tegenover rituelen om demonen uit te drijven is hij uiterst terughoudend. „Vandaag de dag is het niet aan voorgangers en gewone gelovigen om te proberen demonen uit te drijven”, schrijft hij. Het Bijbelse antwoord op occultisme is volgens hem belijdenis van zonde, berouw en nieuwe gehoorzaamheid aan Christus. Op dit punt zou hij naar mijn indruk meer kunnen zeggen.
Beeke heeft een gedreven stijl van schrijven. De zinnen lijken als vanzelf uit zijn pen te vloeien. Opvallend is wel zijn veelvuldig gebruik van de gebiedende wijs. Keer op keer laat hij het woordje ”moeten” vallen. Alle bevelen en vermaningen –Beeke spreekt zelfs van uitdagingen– krijgen op den duur iets vermoeiends.
Dreigt zo bovendien niet, ongewild en onbedoeld, het gevaar dat de imperatief de indicatief gaat overvleugelen? Wordt, anders gezegd, niet de indruk gewekt dat zondaren pas vrede met God hebben als zij tevreden zijn met het werk van Zijn Lam, Christus Jezus, én voldoende weerstand bieden aan de boze? Als wij ook onze bijdrage leveren?
Om die reden heb ik een uitroepteken geplaatst op bladzijde 119 en 120. Wat Beeke daar schrijft, zijn wat mij betreft kernzinnen: „Elke blik op Golgotha zorgt ervoor dat de satan zich terugtrekt. Een hart dat bedekt is met het bloed van Christus is heilige grond die satan vreest te betreden. Verlost te zijn door dat verzoenende bloed is een nimmer falende bescherming tegen de satan.”
Boekgegevens
”Weersta de boze! Zijn zwakheid, zijn strategie en zijn nederlaag”, Joel R. Beeke; uitg. Groen, Heerenveen, 2016; ISBN 978 90 8897 129 7; 172 blz.; € 12,50.