Zaterdag wordt in de Evenementenhal te Gorinchem voor de zestigste maal de zendingdag van Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) gehouden. Het thema zaterdag is: ”Uw Koninkrijk kome”.

Zestig jaar geleden zou men bijeenkomen in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente aan de Boothstraat te Utrecht. Maar er leken zo veel mensen te komen dat de regelingscommissie op het allerlaatste moment uitweek naar de veel grotere gereformeerde Oosterkerk aan de Maliebaan.

Filistijn en Tyriër

Zo’n 1400 zendingsvrienden luisterden op die Koninginnedag in 1957 naar de predikanten A. Verhagen, J. B. Bel, H. Rijksen, L. Kieboom en C. Hegeman, en naar M. Nijsse, de onderwijzer uit Middelburg die in het jongerenblad Daniël al jaren over de zending schreef. In een afgeladen Oosterkerk werd met Psalm 87 de toon gezet: „De Filistijn, de Tyriër, de Moren, zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht.”

Ds. Rijksen, die de dag opende, noemde het een dure roeping voor de kerk „om ervoor te ijveren dat het Evangelie alom zal worden verkondigd onder die diep ongelukkige heidenen, die nog vertoeven in de nacht van on- en bijgeloof.”

Hij wenste wel dat het niet actief deelnemen aan het zendingswerk voor de gemeenten „een zaak van schuld zou mogen worden” en ook „dat de eerste zendingsdag daartoe mocht worden gezegend.”

Na de openingsrede van ds. Rijksen zongen de aanwezigen: „Uw Koninkrijk koom’ toch, o Heer’.”

De laatste spreker die op de eerste zendingsdag het spreekgestoelte beklom was ds. Verhagen. „De zaak des Konings heeft haast”, sprak hij.

Het kerkelijke weekblad De Saambinder deed verslag: „Het was een stichtelijke, aangename dag.”

Concertzaal Tivoli

Een jaar later bleek de verwachte belangstelling nog groter, men week uit naar concertzaal Tivoli. Met bussen vol kwamen de zendingsvrienden weer naar Utrecht. Een jaar later huurde men er een tweede zaal in Tivoli bij. Dienstplichtige soldaten kregen er zelfs een dag vrij voor.

Ook Tivoli werd te klein. Vanaf 1960 werd de zendingsdag gehouden in de Utrechtse Jaarbeurs. In 1967 werd het de Expohal in Hilversum, in 1980 de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch. Twee jaar later kozen de organisatoren voor de Ahoyhallen in Rotterdam-Zuid.

In de jaren tachtig kwamen er meer mogelijkheden voor verantwoorde gezinsuitjes. De belangstelling voor de zendingdag liep gaandeweg terug. De locaties konden ook weer wat bescheidener worden. In 1995 gingen de zendingsvrienden terug naar de Expohal in Hilversum, in 1997 naar de Veemarkthallen in Utrecht. Sinds 2011 heeft de zendingsdag van ZGG plaats in de Evenementenhal in Gorinchem.

Wit om te oogsten

Vorig jaar, op de 59e zendingsdag, vroeg ds. G. J. N. Moens, voorzitter van het zendingsdeputaatschap, aan de 3000 bezoekers: „Waarom zitten we hier? Waarom gaan de werkers nog uit? Hierom: er liggen er nog onder het zegel der verkiezing die moeten worden toegedaan tot degenen die zalig zullen worden.”

Wereldwijd zijn nog 2 tot 3 miljard mensen vreemdeling van het Evangelie, zei ds. Moens. „Daarin ligt de belofte dat bittere vijanden van genade, wolven in de schaapskudde, nog schapen kunnen worden. Dat kan niet in de natuur, maar wel door de genade Gods. De Heere maakte Saulus van Tarsen van een wolf tot een schaap dat Hij wilde gebruiken in Zijn dienst. Weet u wat dat betekent? Dat u, jij, nog zalig kunt worden. De Heere zegt: Heft uw ogen op, en aanschouw de landen, want ze zijn alrede wit om te oogsten.”