Het onbemande vliegtuigje met daaronder een nepvalk vliegt door de hoogstamboomgaard en jaagt de vogels de stuipen op het lijf. Dat werd bij Vernooij tot dusver uitsluitend gedaan door zo’n dertig scholieren, die met ratels en touwen vol blikken zoveel mogelijk lawaai maakten.

„Maar soms zijn de spreeuwen zo lastig dat je ze bijna niet weg krijgt”, benadrukt Theo. „Dan hebben ze hun buik vol en zijn ze niet snel meer ergens van onder de indruk. Met een drone kunnen we een hele zwerm achterna zitten.”

Camera

Hij ziet het inzetten van een drone vooral als aanvulling op de bestaande verjaagtechnieken en is niet van plan het gros van zijn personeel te ontslaan. „Straks weten de vogels niet meer wat ze kunnen verwachten en ben je ze te snel af. Pluspuntje is dat de camera van de drone gelijk in kaart brengt hoe het met de kersen in de toppen van de bomen gesteld is.”

De spreeuwen worden alleen weggejaagd uit de twee hectare grote hoogstamboomgaard. De overige elf hectare laagstambomen zijn overdekt en normaliter kunnen daar geen vogels bijkomen.

„De hoogstambomen zijn prijstechnisch niet erg aantrekkelijk, maar het is wel het visitekaartje van ons bedrijf”, vertelt de 22-jarige Erik. „Bovendien groeien hier de ouderwetse rassen, zoals de vroege Duitser, de Varikse zwarte en de rode Meckenheimer. De eerste gaan we deze week nog plukken. Sinds dinsdag verkopen we de eerste kersen van de koude grond.”

Hulp

De drone ging eerder deze week voor het eerst de lucht in en vader en zoon Vernooij kregen daarbij hulp van Jerpaas Rustenhoven uit het Gelderse Opheusden. Deze boomkweker brengt regelmatig percelen van agrariërs met het onbemande vliegtuigje in kaart.