Opinie

Na Orlando: wenen met de wenenden

De gezamenlijke rouw na de aanslag in Orlando dreigt verdrongen te worden door politieke discussies, constateert dr. Russell Moore. Christenen moeten daar niet aan meedoen, maar wenen met de wenenden.

dr. Russell Moore
14 June 2016 11:44Gewijzigd op 16 November 2020 04:15
„We hoeven het niet eens te zijn over de betekenis van huwelijk en seksualiteit om elkaar lief te hebben en de moorddadige zonde van terrorisme te zien.” Foto: nachtwake in Californië naar aanleiding van de schietpartij in Orlando. beeld AFP, David McNew
„We hoeven het niet eens te zijn over de betekenis van huwelijk en seksualiteit om elkaar lief te hebben en de moorddadige zonde van terrorisme te zien.” Foto: nachtwake in Californië naar aanleiding van de schietpartij in Orlando. beeld AFP, David McNew

Zondagmorgen werden we geconfronteerd met het nieuws van de ergste schietpartij in de geschiedenis van Amerika. Een terrorist vermoordde en verwondde meer dan honderd mensen in een homoclub in Orlando.

In de nasleep van de aanslag hebben we iets gezien van de beste kant van Amerika: mensen die in de rij staan om, bijvoorbeeld, bloed voor de slachtoffers te geven. We hebben ook iets van de slechtste kant gezien, omdat de nasleep werd aangegrepen als voorwendsel voor verhitte discussies via sociale media over allerlei zaken, van beperking van wapenbezit tot het optreden van de president en de presidentskandidaten. Wat ik mij afvraag, is of het land nog steeds het vermogen heeft om samen te rouwen op momenten van nationale crisis.

Als we eraan gewend zijn om nieuws realtime te zien op onze televisieschermen en telefoons, vergeten we gemakkelijk dat het nieuws dat we zien echt is. Zeker 49 mensen, geschapen naar het beeld van God, zijn in koelen bloede afgeslacht. Families die wachtten om hun geliefden weer te zien, ontdekten dat ze hen in dit leven nooit meer zullen weerzien. Dat zou ons moeten aanzetten om te rouwen.

Onze natie heeft eerder gezamenlijke momenten van crisis en tragedie gekend. Denk aan Pearl Harbor, toen het land zich schaarde achter president Roosevelt en achter het gezamenlijke doel om Japan en Duitsland te verslaan. Denk aan de moord op John Kennedy, toen het land –zelfs de vijanden van de familie Kennedy– samen leken te treuren. Denk aan 11 september 2001, toen het land zocht naar gezamenlijke vormen om uitdrukking te geven aan meeleven en gedeelde rouw, van de dienst in de National Cathedral in Washington tot de speciale uitzending van het tv-programma Saturday Night Live.

Nationale tegenstellingen

Nu lijkt het echter dat er nauwelijks een moment is om samen te treuren. De tijd van rouw vloeit bijna onmiddellijk over in discussies over wat de president had moeten zeggen, of over de vraag of deze gebeurtenis iemands visie op wapenbezit of immigratie of weet ik wat bevestigt of ontkracht. Dat heeft natuurlijk voor een deel gewoon te maken met de snelheid van sociale media. Mensen kunnen veel sneller en openlijker over kwesties discussiëren dan vroeger. Maar er lijkt meer aan de hand te zijn dan dat.

Onze nationale tegenstellingen maken het niet alleen steeds moeilijker voor ons om samen te werken, maar zelfs om even halt te houden en samen te treuren. We vinden het belangrijker om onszelf te beschermen tegen de politieke uitspraken van de ander dan om te wenen met de wenenden.

In sommige opzichten voelen nationale crises als deze daarom meer als de moordaanslag op presidentskandidaat George Wallace in 1972 dan als de moord op John Kennedy in 1963. Er wordt gezegd dat in kringen rond president Nixon, waarschijnlijk zelfs door de president zelf, overwogen werd om campagnemateriaal van Wallace’ tegenspeler George McGovern neer te leggen in het appartement van de aanslagpleger Arthur Bremer. De schietpartij in Laurel, Maryland, was voor hen onderdeel van de verkiezingscampagne. Dat soort cynisme is uiteindelijk ontmenselijkend.

Hoop

Hoe kunnen we wenen met de wenenden? Laten we onze kerkelijke gemeenten ertoe oproepen om samen te bidden. Laten we ons realiseren dat onze homoseksuele naasten net zo goed geschokt zijn. Wie zou dat niet zijn? Laat hun de zelfopofferende liefde van Jezus zien. We hoeven het niet eens te zijn over de betekenis van huwelijk en seksualiteit om elkaar lief te hebben en de moorddadige zonde van terrorisme te zien. Laten we ook bidden voor onze leiders, die midden in de crisis moeilijke beslissingen moeten nemen. Laten we onze gemeenten en anderen op de been brengen om bloed te geven voor de slachtoffers. Laten we de autoriteiten vragen om hun primaire plicht te doen: hun volk beschermen tegen mensen met kwade bedoelingen.

Laten we ook geduld hebben met degenen die te hard van stapel lopen door op sociale media te discussiëren over politiek. Vaak is de haast om te praten over beperking van wapenbezit, de islam, veiligheidsmaatregelen of andere onderwerpen niet ingegeven door de neiging om de expert uit te hangen, als wel door frustratie. Net als wij allemaal willen zij ook dat er een einde komt aan deze verschrikking, en willen ze iets doen – zelfs als dat alleen maar is jezelf laten horen op Twitter.

Als het lichaam van Christus kunnen we evenwel liefhebben en dienen en wenen en treuren. En we kunnen onszelf en onze naasten eraan herinneren dat deze aanslag niet is zoals de wereld bedoeld is. We treuren, maar we treuren in hoop op een Koninkrijk waar geen bloed wordt vergoten en waar geen kogels rondvliegen.

De auteur is voorzitter van de Commissie voor Ethiek en Religieuze Vrijheid van de Conventie van Zuidelijke Baptisten (zie russellmoore.com).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer